Veiligheid en vriendschap belangrijk voor prestaties leerlingen
Als leerlingen zich veilig voelen op school en voldoende vrienden hebben, zijn ze gemotiveerder en verbeteren de leerprestaties. Leraren doen er daarom goed aan zich niet alleen te richten op de cognitieve ontwikkeling van hun leerlingen, maar ook aandacht te hebben voor hun sociale relaties en welbevinden.
Eerder onderzoek heeft aangetoond dat leraren en ouders een belangrijke rol hebben in het stimuleren van een positieve houding tegenover school. Mariola Gremmen wijst in haar proefschrift The role of peers in students’ school well-being, academic engagement, and academic achievement (2018, RUG) op de grote invloed van leeftijdgenoten op de schoolprestaties en het welbevinden van leerlingen.
Vriendschap van invloed op schoolsucces
De motivatie voor school wordt voor een groot deel bepaald door de individuele capaciteiten van een leerling, zoals intelligentie en doorzettingsvermogen. Maar ook de sociale ontwikkeling, met name het hebben van vrienden, speelt een rol in het schoolsucces.
Gremmen bracht sociale netwerken in kaart bij haar meerjarig onderzoek op basisscholen en scholen in het voortgezet onderwijs in Nederland. Leerlingen vulden enkele keren per schooljaar vragenlijsten in. Ook leraren vulden vragenlijsten in en werden geïnterviewd. Daarnaast gebruikte ze rapportcijfers voor haar analyse.
Invloed persoon naast de leerling
Voor leerlingen op de basisschool vond Gremmen dat niet alleen vrienden van belang zijn voor de motivatie en prestaties op school. Ook degene naast wie een leerling zit in de klas heeft invloed ook als dat geen vriend is.
Verder keek Gremmen naar het effect van zogeheten negatieve sociale posities, zoals gepest worden, geen vrienden hebben of niet populair zijn. Deze bleken nadeliger voor het welbevinden op school en de betrokkenheid, dan voor de schoolprestaties.
Gelijkgestemden als vrienden
Leerlingen kiezen vaak vrienden uit op grond van gelijke schoolprestaties of vergelijkbaar gedrag. In de brugklas van de middelbare school zoeken leerlingen vooral gelijkgestemden als vrienden. In de tweede klas zie je dat vrienden meer op elkaar gaan lijken, en dat hun schoolprestaties naar elkaar toe groeien.
Gremmen onderzocht ook de samenhang tussen schoolprestaties en risicogedrag van jongeren en hun vrienden, zoals alcoholgebruik en criminaliteit. Daaruit bleek dat leerlingen die risicogedrag vertonen eerder bevriend raken met laagpresteerders. Verder bleek dat de kans op risicogedrag later in het schooljaar groter is als leerlingen vrienden hebben die laag presteren.
Hoe kunnen leraren veiligheid en welbevinden stimuleren?
Op basis van haar onderzoek komt Gremmen tot onder meer de volgende aanbevelingen:
- Leraren moeten niet alleen aandacht hebben voor de schoolprestaties van hun leerlingen, maar ook voor sociale relaties en het welbevinden.
- Het is belangrijk om het contact tussen hoog- en laagpresteerders te stimuleren (heterogeniteit).
- Leraren moeten oog hebben voor de sociale dynamiek in de klas. Basisschoolleraren kunnen deze onder andere beïnvloeden via het bepalen van zitplaatsen in de klas.
Meer onderzoek is nodig
Er is nog veel meer onderzoek mogelijk naar het verband tussen schoolprestaties en de omgang met leeftijdgenoten, aldus Gremmen. Daarbij valt te kijken naar:
- de gehele sociale context van leerlingen (dus ook buiten school);
- individuele cognitieve verschillen tussen leerlingen;
- de kwaliteit van vriendschappen;
- percepties van leerlingen van hun eigen gedrag en dat van hun vrienden;
- de verschillen tussen jongens en meisjes.