Beeldbegeleiding helpt leerlingen reflecteren
Kijken met kinderen is een manier om met videobeelden een positief werkklimaat te ontwikkelen. Bij deze aanpak formuleren leerlingen persoonlijke doelen die aansluiten bij een doel op groepsniveau. Door de videobeelden van hun gedrag te bekijken en erop te reflecteren, zien leerlingen zelf wat er al goed gaat en wat nog beter kan.
In deze video gaan leerlingen van groep 6-7 van OBS de Horizon met de methodiek Kijken met kinderen aan de slag met een leerdoel over het verbeteren van leswisselingen. Leraar Debbie Verdam en Vincent Klabbers, docent beeldbegeleiding aan Hogeschool de Kempel begeleiden de leerlingen.
Door videobeelden van een leswisseling te maken, zien leerlingen wat er goed gaat en wat beter kan. Samen met de leraar en beeldbegeleider leren ze nauwkeurig kijken naar videobeelden en hier samen op te reflecteren. De groep helpt elkaar bij het behalen van het doel.
Kijken met kinderen is effectief
In de praktijk blijkt dat deze methodiek effectief is. Het werken met videobeelden maakt het leerproces concreet en waarneembaar. Na enkele opnames en gesprekken merken de leerlingen zelf het resultaat van hun leerproces. Dat geeft een gevoel van collectieve trots, want de leerlingen voelen dat ze het samen hebben gedaan. Doordat leerlingen zelf leerdoelen formuleren, zijn zij in hoge mate eigenaar van hun eigen leerproces. En dat wordt in het algemeen gezien als succesfactor voor het leren.
Samen leerdoelen stellen
Kijken met kinderen is in feite een handelingsplan voor de hele groep. Doordat de groep samen tot een doel komt, ontstaat er een groot draagvlak. Leerlingen voelen zich samen verantwoordelijk voor het behalen van de doelen en dat vergroot de betrokkenheid. Dit geldt voor leerlingen van alle leeftijden, van de bovenbouw tot en met de kleuters.
Een doel is geschikt voor de Kijken met kinderen-aanpak als het gedrag dat er bij hoort te filmen is. Verder is het belangrijk dat een leerdoel herkenbaar en haalbaar is, niet te groot, maar ook niet te klein. Je kunt bijvoorbeeld denken aan spreken en luisteren tijdens een kringgesprek, samenwerken tijdens een groepsopdracht, of opruimen van materialen na een les.
Een cyclisch proces
De methodiek werkt volgens een cyclisch proces. Het traject start met een gesprek over een gezamenlijk doel. Pas dan wordt de eerste opname gemaakt die passend is bij het geformuleerde doel. De leraar selecteert fragmenten uit de eerste opname die hij vervolgens bespreekt met de groep. De leerlingen noteren eerst individueel wat zij waarnemen. Het maken van opnames en het voeren van een gesprek hierover, herhaalt zich vervolgens ongeveer drie keer. Het traject wordt afgerond met het borgen van het resultaat, waarbij ook de kinderen feedback geven.
Leraar is rolmodel
Tijdens het bekijken van de videobeelden is de leraar een rolmodel. De leraar laat zien aan de leerlingen hoe ze de beelden kunnen analyseren. Leerlingen leren zo welke actie van hen wordt verwacht bij het bespreken van de beelden. De leraar zet bijvoorbeeld het eerste beeld stil en benoemt wat hem opvalt. Door positief gedrag te benoemen, zet de leraar de juiste toon. De leraar vertelt nauwkeurig wat hij ziet en hoort zodat het voor leerlingen duidelijk wordt welk waarneembaar gedrag bij positief gedrag hoort. Hij stelt vragen en verwijst naar de videobeelden. Dit geeft inzicht en is de basis voor een leerlinggestuurd leerproces.
Veilig klimaat creëren
Vertrouwen in de ontwikkelkracht van leerlingen is de basis van Kijken met kinderen. Om tot ontwikkeling te kunnen komen is het belangrijk dat leerlingen zich veilig en competent voelen. Zeker in een proces waarbij leerlingen zich kwetsbaar op moeten stellen. Besteed daarom veel aandacht aan wat leerlingen allemaal al goed doen en start altijd met vragen zoals ‘Wat zie je en wat hoor je dat goed gaat, bij jezelf of bij klasgenoten?’.
Wanneer veel leerlingen aangeven dat zij niet gefilmd willen worden, kan de aanpak ‘Kijken met kinderen’ niet doorgaan. Het zou onethisch zijn om voorbij te gaan aan het gevoel van de leerlingen. Daarnaast is er dan te weinig draagvlak. Als één of twee leerlingen niet gefilmd willen worden, kun je afspreken dat zij wel mee doen met het leerproces maar buiten beeld blijven.
Toepasbaar in alle groepen
De methodiek is toepasbaar in alle groepen van de basisschool en de meeste vormen van speciaal onderwijs. Dit komt omdat het kijken en luisteren naar videobeelden het uitgangspunt is voor ieder leergesprek. Ook jonge leerlingen of leerlingen met een beperking kunnen vragen beantwoorden als ‘wat zie ik?’ en ‘wat hoor ik?’. Vanuit concrete waarnemingen ontwikkelen leerlingen inzicht in hun eigen leerproces.
Tips voor het werken met beeldbegeleiding
- Geef de positieve videobeelden voorrang tijdens de nabespreking. Het werkt stimulerend als leerlingen zien dat zij zich als groep ontwikkelen. Gênante of hilarische beelden dragen niet bij aan een constructief nagesprek.
- Vergeet niet om de successen te vieren. Sta er bewust bij stil wanneer doelen behaald zijn.
- Laat leerlingen bij het bekijken van de beelden eerst in stilte individueel noteren wat zij zien en horen. Zo blijft elke leerling actief betrokken.
- Stel activerende vragen waarmee je leerlingen zelfinzicht geeft, het competentiegevoel versterkt en leert waarnemen. Voorbeelden hiervan zijn: ‘wat zie je waarover je tevreden bent?’, ‘waar wil je de volgende keer vooral op letten?’, en ‘wat zou je in de volgende filmopname graag zien?’
Meer weten?
- Waarom beeldbegeleiding ook geschikt is als opleidingsdidactiek.
- Hoe je als leraar in ontwikkeling blijft met videobegeleiding.