Van beleidsmedewerker naar lesgeven in een achterstandswijk
praktijk
po vo

Van beleidsmedewerker naar lesgeven in een achterstandswijk

Zestien jaar geleden stapte Kathelijne Lemmens over. Van beleid maken op het ministerie, naar voor de klas staan op een basisschool. “En geen dag spijt gehad,” zegt ze. Ze ontdekte ook dat ze op school haar maatschappelijke ervaring kan inzetten. “Dat is het mooie van het onderwijs. Er kan gewoon heel veel.”

Het begon heftig voor Lemmens. Ze stond de eerste periode meteen vier dagen voor de klas op een school in een achterstandswijk. En deed tussendoor in twee jaar de pabo. “Gelukkig gaat dat nu niet meer zo. Maar ik was een van de eerste zij-instromers.”

Echt het verschil maken

Voor Lemmens leraar was, werkte ze bij de directie Wetgeving op het ministerie van Justitie. Intellectueel uitdagend werk, maar wel de hele dag achter een bureau. “Toen kwam bij ons het verzoek om op een basisschool in de Schilderswijk te komen lezen met de kinderen. Dat waren vooral kinderen met een migrantenachtergrond en ouders die slecht Nederlands spraken. Dat vond ik zó leuk om te doen! Ik was gewoon blij dat ik op die manier iets voor kinderen kon betekenen.”

Lemmens is zich daarna gaan oriënteren op het onderwijs. Ze moest echt bij zichzelf nagaan of het geen bevlieging was. “Ik voelde ook innerlijke weerstand. Mijn vader gaf les op mijn middelbare school. Mijn grootvader was schooldirecteur geweest – nou, dan wil je niet zelf het onderwijs in.” Uiteindelijk heeft ze toch voor dit vak gekozen. “Dit was gewoon wat ik wilde. Voor mij is onderwijs: kennis overdragen, echt het verschil kunnen maken, voor elkaar klaar staan en ja, ook lol hebben met elkaar.”

Meteen het diepe in 

Lemmens werd de eerste periode op haar school begeleid door iemand uit het bestuur en een ervaren leraar. Vanuit de pabo was er destijds geen begeleiding. “Nu doe je eerst verschillende stages in verschillende groepen, is er voldoende begeleiding vanuit de opleiding en er is meer aandacht voor pedagogiek. Maar zestien jaar geleden werd je meteen in het diepe gegooid.”

Op de vraag of ze eerder het onderwijs in had willen gaan, antwoordt ze dat ze heel blij is met de academische en maatschappelijke ervaring die ze eerder heeft opgedaan. “Daardoor heb ik een manier van denken en praten die van pas komt en wordt gewaardeerd. Ik merk dat bijvoorbeeld in de gesprekken die ik heb met ouders.” Maar ze merkt ook dat haar analytische vaardigheden in haar werk als intern begeleider ook van pas komt. “Ja, toch weer de beleidskant.”

Verpleegkundige als directeur 

Ze begon als eerste zij-instromer in haar team, maar inmiddels is ze niet meer de enige. Zo was de directeur van de Fatimaschool in Rotterdam waar Lemmens werkt ooit verpleegkundige. En zijn er leraren uit het bankwezen en de logopedie. “De meest recente zij-instromer heeft een achtergrond als architect.” Lemmens geeft aan dat de een meer met zijn maatschappelijke ervaring doet dan de ander. “Zelf vond ik het meteen leuk mee te denken over beleid. Dat trek je dan naar je toe. Het mooie van het onderwijs vind ik dat er altijd ruimte is om iets te doen met de bagage die je meebrengt.”

Tips voor zij-instromers

Overweeg je een carrière als leraar in het primair onderwijs? Lemmens deelt deze tips:

  • Ga op scholen kijken en vraag ook of je een les mag geven. Ervaar hoe het is om voor de klas te staan.
  • Wees flexibel en leergierig. Sta open voor nieuwe ontwikkelingen, want er verandert veel in het onderwijs.
  • Wees in staat om het kind los te zien van zijn gedrag. Daar bedoel ik mee: een leerling kan vervelend gedrag vertonen, maar ís daarmee nog niet een vervelend mens. Heb aandacht voor wat erachter zit. In die jonge levens maak jij het verschil. 

Meer weten?

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.