Zij-instromers zorgen voor een andere kijk op het vak
praktijk
po vo mbo so

Zij-instromers zorgen voor een andere kijk op het vak

De één was tandarts, de ander jurist, zorgverlener, agrariër of econoom. Nu staan ze voor de klas en zijn ze bezig met hun lesbevoegdheid. Meer dan 1.500 nieuwe leraren zitten momenteel middenin hun zij-instroomtraject. “Als je de begeleiding goed organiseert, kan een zij-instromer toegevoegde waarde hebben voor je school”, stelt schoolleider Wouter van den Berg.

Het Oosterlicht College in Nieuwegein had eind vorig schooljaar een vacature voor een leraar Nederlands. “Een lastig moment. Docenten die willen switchen van school, hebben dat dan al geregeld en er is natuurlijk gewoon een lerarentekort,” vertelt Wouter van den Berg, afdelingsleider havo 3, 4 en 5. “Toen meldde Dineke zich met de vraag of we ruimte hadden voor een zij-instromer. Zij bleek uiteindelijk de beste kandidaat voor de functie.”

‘s Avonds total loss

Dineke Leeuwis (49) staat nu voor het eerst van haar leven voor de klas. Ze geeft 12 uur per week Nederlands aan twee brugklassen havo/vwo, een tweede klas havo/vwo en een klas havo 3. “De eerste weken was ik ’s avonds total loss”, lacht ze. Dineke studeerde algemene letteren en journalistiek. De afgelopen 16 jaar werkte ze op de Universiteit Utrecht, onder meer bij Onderwijs- en studentenzaken van de faculteit Geesteswetenschappen. Het laatste half jaar was ze studieloopbaanadviseur.

Zelf je lessen vormgeven

Leeuwis: “Ik overwoog al langer om over te stappen. Ik wil kennis overbrengen, creatief bezig zijn met taal en het vak Nederlands, en pubers helpen bij hun ontwikkeling. Ik heb nu eigen klassen en kan zelf mijn lessen vormgeven. Die autonomie vind ik belangrijk. In mijn oude baan draaide het voor mij te veel om protocollen en procedures.” Ze zocht zelfstandig een school en kreeg daarbij hulp en tips van het Onderwijsloket. Binnenkort start ze met het verplichte geschiktheidsonderzoek voor zij-instromers. In februari begint haar tweejarige lerarenopleiding aan de Hogeschool Utrecht.

Intensief begeleid

Leeuwis wordt intensief begeleid op het Oosterlicht College. “Ik kan voor ieder leerjaar terecht bij een collega die ook les geeft in dat leerjaar. Om mee te sparren en te overleggen over lesstof, lesmethodes of de beste aanpak. Verder ben ik gekoppeld aan een docentenbegeleider: voor praktische schoolzaken, maar ook om te praten over klassenmanagement. Ik stuurde laatst bijvoorbeeld twee leerlingen de klas uit. Mijn begeleider wees me erop dat ik wel moest checken of ze zich gemeld hadden om na te blijven. Dat hadden ze niet gedaan. Hoe ga ik daar dan mee om?”

Niet actief op zoek naar zij-instromers

Afdelingsleider Van den Berg draait er niet omheen. “We zoeken niet actief naar zij-instromers als we een vacature hebben. Als school heb je het liefst iemand met bevoegdheid. Maar dat is geen garantie dat iemand meteen naadloos meedraait en geen aandacht nodig heeft.” Leeuwis: “Ik ben al wat ouder, straal daardoor misschien wat meer autoriteit uit. Ik ben zelfstandig, kan goed luisteren en heb zelf ook twee pubers. Ik heb snel in de gaten wat voor spelletjes gespeeld worden, dat zijn allemaal voordelen.”

Toegevoegde waarde

Hoewel Van den Berg dus de voorkeur geeft aan leraren met een bevoegdheid, erkent hij dat zij-instromers vaak toegevoegde waarde hebben. “Bij ons op school hebben we daar meerdere voorbeelden van. Ik heb een collega die overgestapt is vanuit de IT. Die denkt veel bedrijfsmatiger. Met hem spar ik regelmatig over hoe we iets zullen aanvliegen.” Leeuwis’ docentenbegeleider Tijs Gerritsen – docent bewegingsleer – ziet ook de voordelen van zij-instromers. “Zeker als ze hun praktische ervaring gebruiken om de theorie voor leerlingen te verlevendigen. Een vak als economie wordt dan meteen een stuk concreter.”

Zij-instromers zetten iedereen aan het denken

De komst van Leeuwis heeft ook haar collega’s anders naar hun vak doen kijken. Juist door haar uitdagendere klassen. Dineke vraagt advies hoe daarmee om te gaan en dat zet iedereen aan het denken. Gerritsen: “Wij voeren nu als docenten meer professionele gesprekken over hoe je omgaat met klassen. Hoe start je je lessen, hoe bouw je ze op en sluit je af, welke randvoorwaarden heb je nodig? Ik heb er geen onderzoek naar gedaan, maar ik kan me voorstellen dat docenten hun lessen daardoor anders aanpakken. Ik zeker.”

Zo heeft Gerritsen zelf de aanpak van het eerste moment van de les aangescherpt. Hij deed dat al heel lang op gevoel. “Ik liet ze in groepjes staan, begon gewoon en uiteindelijk zorgde ik ervoor dat ze erbij kwamen en bleven. Nu zet ik de organisatie strakker neer. Ik wil ze meteen in een groep om me heen. Van daaruit heb ik een goede basis om op een rustige manier de les te starten.” Het geeft hem en zijn leerlingen meer structuur. “Dat heeft Dineke mij in ieder geval al gebracht.”

Meer weten?

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.