5 vragen over kansrijk adviseren
Een leerling het schooladvies geven dat het beste bij hem past, kan een uitdaging zijn. Omdat je twijfelt tussen twee niveaus, omdat het school- en toetsadvies verschillen of omdat een leerling (tijdelijk) niet lekker in zijn vel zit. Hoe geef je dan het juiste schooladvies? 5 antwoorden op prangende vragen.
Stel je hebt een leerling in de klas, we noemen haar Tamara. Tamara vindt het leuk om te schrijven en stelt veel vragen om precies te snappen hoe alles in elkaar zit. In groep 7 wordt Tamara’s vader ziek en zijn er thuis financiële problemen. Tamara heeft moeite om bij de les te blijven, wat je terugziet in haar toetsresultaten. Als voorlopig schooladvies geef je Tamara vmbo-t. In groep 8 maakt ze de doorstroomtoets waar toetsadvies havo/vwo uit komt. Je twijfelt welk advies je Tamara zal geven. Het is knap dat ze, ondanks haar thuissituatie, deze groei laat zien op de eindtoets.
Daarom adviseert de Handreiking schooladvisering in dit soort gevallen de thuissituatie niet als belemmerende factor te zien. Als leraar kun je Tamara bijvoorbeeld een havo-advies geven en met haar ouders en haar nieuwe school in gesprek gaan, over de ondersteuning die Tamara nodig zal hebben om een goede start te maken op de havo. Ook kun je samen overleggen wat voor opties er zijn voor de eerste klas. Denk aan een brede brugklas, een vmbo-havo klas of een havo-vwo klas.
Hoe bepaal je het advies als je twijfelt?
Bij twijfel kun je de neiging hebben om voor een lager advies te kiezen, zodat de kans groter is dat de leerling het redt op de middelbare school. Een logische gedachte, maar vaak is het omgekeerde waar. In 2014 deed de Inspectie van het Onderwijs onderzoek naar de totstandkoming van het basisschooladvies en de invloed van het basisschooladvies op de verdere loopbaan. Wat bleek? Ongeveer een kwart van de leerlingen die bij hun advies het voordeel van de twijfel hadden gekregen, was in het derde jaar van het voortgezet onderwijs afgestroomd naar een lager niveau, terwijl ongeveer driekwart in datzelfde jaar op een hoger niveau zat dan de toets aangaf. Een hoger advies vergroot dus de kansen voor het grootste deel van de leerlingen.
Tip: bekijk de video’s van het Lerarencollectief over kansrijk adviseren.
Wat als een leerling de laatste twee LVS-toetsen achteruit is gegaan?
Als een leerling door een veranderde (thuis)situatie achteruit is gegaan, kan dat invloed hebben op zijn of haar toetsresultaten, wat een advies geven lastig maakt. Elk advies is maatwerk en zeker in dit geval. Zorg daarom dat je voldoende bronnen hebt waarop je je advies kunt baseren. Denk aan resultaten van leerlingvolgsystemen van eerdere jaren, de resultaten van methodegebonden toetsen en zachte gegevens, zoals gedragskenmerken, sociaal-emotionele vaardigheden, werkhouding en motivatie. Ook is het aan te raden met leraren die de leerling eerder les hebben gegeven, de IB’er en directeur te overleggen welk advies het meest passend is. Kijk samen naar de hele schoolloopbaan van de leerling en durf elkaar kritisch te bevragen. Houd daarbij in gedachten: onderschatten is erger dan overschatten. Met hoge verwachtingen daag je een kind uit, wat ervoor kan zorgen dat het kind het beste uit zichzelf haalt.
Tip: je kunt bij twijfel ook een dubbel advies geven, dat werkt vaak kansenbevorderend.
Als een leerling meer aan blijkt te kunnen, kan hij toch altijd nog doorstromen op het vo?
Stapelen kan een oplossing zijn en in sommige gevallen past dit ook bij de ontwikkeling van een leerling, maar in de praktijk komt het weinig voor. Van alle leerlingen in het vo stapelt ongeveer 7 à 8%. De meeste leerlingen die stapelen, maken de stap van vmbo-t naar havo. In 2020 deed 15% van de vmbo-t-leerlingen dat. Bij de overstap van havo naar vwo is dat maar 5%. Stapelen is in de praktijk niet zo makkelijk en gebeurt relatief minder bij kinderen van laagopgeleide ouders. Bovendien kan onderadvisering demotiverend werken, wat leerlingen kan belemmeren door te stromen.
Wat als ik bang ben dat een leerling het straks niet redt omdat hij thuis onvoldoende begeleid wordt?
Zorg ervoor dat je een warme overdracht doet richting de middelbare school waar de leerling naartoe gaat. Dat betekent dat je alle ondersteuningen en (zorg)behoeftes opneemt in het onderwijskundig rapport. Neem hierin extra informatie op over het verloop van het afstandsonderwijs, het sociaal-welbevinden van de leerling tijdens deze periode en eventuele achterstanden die zijn opgelopen. Geef ook bij de school aan hoe de leerling het beste opgevangen kan worden, zodat hij voldoende steun krijgt. In dit geval kan een huiswerkklas bijvoorbeeld al helpen.
Kan een vo-school mijn advies in de wind slaan?
Hier is de overheid duidelijk over: een middelbare school mag een leerling niet weigeren omdat de school de toetsscores te laag vindt. Een school moet een leerling die een havo-advies krijgt minimaal op havo-niveau plaatsen. Heeft een school een vmbo-t/havo-, havo- en havo/vwo-brugklas, dan kan de school zelf bepalen op welk niveau de leerling wordt ingedeeld. Al kun je de school wel een plaatsingsadvies meegeven.
Meer weten?
- Download de Handreiking schooladvisering van de Rijksoverheid.
- Download het onderzoeksverslag Kansen(on)gelijkheid bij de overgangen po-vo.
- Speel de Interactieve simulatie basisschooladvies en krijg inzicht in je manier van adviseren.