Weer echt lesgeven? Op excellente scholen in achterstandswijken kan het
praktijk
po

Weer echt lesgeven? Op excellente scholen in achterstandswijken kan het

In de Verenigde Staten bestaan ze al 25 jaar: scholen in achterstandswijken waar voortreffelijk onderwijs wordt gegeven. Het resultaat is een hoog uitstroomniveau voor alle leerlingen én leraren die zich volledig kunnen focussen op het lesgeven. Dit schooljaar zijn zes scholen in Rotterdam begonnen met de Nederlandse variant van deze aanpak. “Als leerkracht heb ik het gevoel dat ik volledig ondersteund word.”

© Rijksoverheid/Paul Voorham

Het was de bevlogenheid waarmee leraren over hun vak spraken en hun focus op het onderwijs die Margéke Hoogenkamp, directeur van CED-groep, opviel toen ze twee jaar geleden een aantal zogenoemde Uncommon Schools bezocht in de Verenigde Staten. Het deed haar beseffen dat leraren in Nederland zich met zoveel andere zaken buiten lesgeven bezighouden, dat hun belangrijkste taak er soms bij inschiet. Daarom besloot ze de Amerikaanse aanpak naar Nederland te halen. “Wat deze aanpak doet, is leraren in hun kracht zetten. Door een effectieve organisatie krijgen ze de ruimte en tijd om zich helemaal te richten op de kernvakken.” 

De focus ligt op rekenen, taal en burgerschapsvorming, de leerkracht staat centraal en kan zich volledig richten op de ontwikkeling van het kind. Zo ontstaat er in de school een cultuur die volledig gericht is op leren. Om dat voor elkaar te krijgen, zijn er extra functies nodig. Naast een directeur die verantwoordelijk is voor de inhoud, staat een directeur die gaat over de operationele zaken. Iedere leraar wordt ondersteund door een ib’er en een ‘dean of students’, oftewel een leerlingdecaan die zich helemaal richt op het gedrag van leerlingen en de relatie met ouders/verzorgers of zorginstanties.

Baat bij structuur

Joyce El-Mahi-de Jong is leerkracht in groep 6 op de Bogermanschool in Rotterdam, een van de pilotklassen van Goud Onderwijs, zoals de Uncommon Schools in Nederland heten. Ze ging altijd al met plezier naar haar werk, maar sinds ze startte met de nieuwe aanpak is ze veel minder tijd kwijt aan het corrigeren van gedrag. “Ik voel me minder een politieagent en dat maakt het werken veel fijner. Dat komt door strikte afspraken met leerlingen en een focus op gedrag. Om tien voor half negen gaat de deur open en om half negen werkt iedereen aan zijn starttaak. Het klinkt streng, maar leerlingen zijn gebaat bij die structuur. Als ik vorig jaar naar buiten wilde, ging dat met duwen en tackelen en duurde het tien minuten. Nu heb ik een één-twee-drie-moment: bij één staat iedereen op, bij twee schuiven ze hun stoel aan, bij drie lopen ze naar de gang en binnen een minuut staan we buiten.”

In ontwikkeling blijven

Naast meer tijd voor lesgeven over de kernvakken, merkt El-Mahi-de Jong dat ze zichzelf ontwikkelt. “De inhoudelijke directeur is vaak in mijn klas aanwezig en we versterken elkaar. Iedere week bespreken we mijn doelen en hoe die behaald zijn, maar ook hoe hij me verder kan helpen. Ik heb echt het gevoel dat ik volledig ondersteund word.” 

Volgens assistent-professor Brian Godor van de Erasmus Universiteit is dat een van de redenen dat Amerikaanse leraren graag op een Uncommon School willen werken. “Ook in de Verenigde Staten is er een lerarentekort, maar deze scholen hebben een wachtlijst. Omdat je je hier kunt focussen op de ontwikkeling van het kind en omdat je zelf constant uitgedaagd wordt en jezelf ontwikkelt.” 

Godor gaat de komende jaren onderzoeken of deze aanpak ook werkt in ons land. “In de Verenigde Staten zien we dat het een aantal jaar duurt voordat alle kinderziektes eruit zijn, maar dat dit onderwijssysteem vervolgens heel mooie effecten heeft. Ik zie geen reden waarom dit in Nederland niet zou werken, al moeten leerkrachten en ouders er dan wel volledig voor gaan.”

Iedereen wil winnen

Ook zonder harde resultaten ziet Joyce El-Mahi-de Jong dat Goud Onderwijs haar groep 6 goed doet. “Het gedrag van de leerlingen is veel beter geworden en dat is een voorwaarde voor betere scores. Dat komt deels door de positieve aanpak: we hebben een groepsyell en maken overal een competitie van. Deden we gisteren vijf minuten over het opruimen, dan moet het nu sneller kunnen. Dat doet wat met leerlingen, want iedereen wil winnen.” 

Ondanks het enthousiasme van De Jong denkt Margéke Hoogenkamp dat deze aanpak niet voor alle scholen geschikt is. “Het is een strikte aanpak, wat betekent dat je ook een aantal dingen niet kunt doen. Het projectonderwijs dat we in Nederland gewend zijn, met allerlei maatschappelijke projecten die we ook belangrijk vinden, past hier niet in. Het gaat eerst om het op orde brengen van de kernvakken.”

De rondreizende talkshow ‘Succesverhalen’ was een initiatief van de Gelijke Kansen Alliantie met inspirerende voorbeelden waarin praktijk en onderzoek samenkwamen. Dit artikel is een samenvatting van de talkshow-aflevering die je online kunt terugkijken.

Meer weten?

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.