Een onveilig thuis bespreekbaar maken
Als school kun je een belangrijke rol spelen bij het signaleren van kindermishandeling en het inschakelen van de juiste hulp. Helaas gebeurt dit nog te weinig. De aanscherping van de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling moet ervoor zorgen dat kindermishandeling vaker onderwerp van gesprek is.
In 2017 kregen tussen de 90.000 en 127.00 kinderen van 0 tot 18 jaar te maken met kindermishandeling en huiselijk geweld. Dat is 3 procent van alle kinderen in Nederland. Het gaat hierbij alleen om kinderen bij wie professionals een mishandeling hebben gesignaleerd. De Kindertelefoon zag tijdens de lockdownperiode in april, mei en juni 2020 een toename in de gesprekken over onderwerpen als huiselijk geweld, incest en verwaarlozing.
Om meer inzicht te krijgen in het thema kindermishandeling heeft De Kindertelefoon de chat- en forumberichten uit 2020 onderzocht. Uit dat onderzoek blijkt dat veel kinderen niet durven te praten over hun thuissituatie. In de chatberichten van 80 kinderen had 40 procent nog niemand in vertrouwen genomen, 43 procent had dit wel gedaan en van 17 procent was het onbekend. Van de kinderen die wel iemand in vertrouwen had genomen, voelde 35 procent zich niet gehoord of serieus genomen. Terwijl het voor kinderen die worden mishandeld, verwaarloosd of seksueel misbruikt essentieel is dat ze gezien en gehoord worden, zeker door de volwassene die zij in vertrouwen nemen. Scholen kunnen daarin een belangrijke rol spelen. Lees hier hoe je kindermishandeling kunt signaleren.
Ondersteuning bij het melden
In het VN-kinderrechtenverdrag is vastgelegd dat kinderen recht hebben op bescherming tegen mishandeling. Ouders zijn in de eerste plaats verantwoordelijk voor die veiligheid, maar de overheid – en het onderwijs – moet waar nodig ondersteunen, ingrijpen en de juiste hulp bieden. Scholen zijn dan ook verplicht te werken met de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling. In januari 2019 is de meldcode aangescherpt. Het is de professionele norm melding te doen bij Veilig Thuis als er vermoedens zijn van actuele en structurele onveiligheid. De 5 stappen uit de meldcode blijven ongewijzigd, maar stap 4 en 5 zijn aangepast. Bij stap 5 vervalt het onderscheid tussen hulp verlenen of melden. In de nieuwe situatie neem je twee losse besluiten:
- Is melden bij Veilig Thuis noodzakelijk?
- Is zelf hulp bieden of organiseren (in voldoende mate) mogelijk?
Als hulpmiddel bij je besluit of je wel of niet een melding doet kun je als leraar gebruikmaken van het afwegingskader. Sinds de aanscherping wordt elk onderwijsteam geadviseerd een aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling aan te stellen en op te leiden. Vaak is dat een intern begeleider of de zorgcoördinator van een school. Hij of zij zorgt voor de uitvoering van de meldcode, coördineert het proces rondom signaleren en verwijzen, regelt het zorgproces rondom de leerling en het gezin en adviseert en steunt een leraar bij vermoedens van kindermishandeling.
Eerder advies vragen en overleggen
Sinds de aanscherping van de meldcode hoort Rinda den Besten, voormalig voorzitter van de PO-Raad en huidige bestuurder bij Jeugdbescherming Brabant en Veilig Thuis Noord-Oost Brabant en Brabant Zuid-Oost, dat er meer gebruikt wordt gemaakt van de tussenstap om eerst informatie in te winnen of te overleggen met een collega of professional. Den Besten: “We merkten dat er een taboe lag op je zorg uitspreken over een kind in de klas. De nieuwe meldcode geeft in stappen weer welk handelingsrepertoire je als leraar hebt als je je zorgen maakt over een leerling.”
Voor het onderwijs is er een Handelingskader kindermishandeling en huiselijk geweld, ontwikkeld door de Beweging tegen kindermishandeling. Ook is er een afwegingskader.
De kaders bieden handvatten, richtlijnen en afspraken. Den Besten: “We zijn blij dat de meldingen over kindermishandeling in het po en vo zijn toegenomen, want elk kind dat in een onveilige thuissituatie zit en niet wordt gezien, is er een te veel. Maar in vergelijking met andere sectoren, zoals de zorg, lopen we nog steeds achter.”
Oefen met elkaar
Den Besten pleit voor een laagdrempelige implementatie van het Handelingskader kindermishandeling en huiselijk geweld, zodat scholen het altijd en op ieder moment kunnen oppakken. “We willen dat het onderwerp meer aandacht krijgt in de dagelijkse schoolpraktijk. Het gaat dan vooral over bewustwording. Het is belangrijk dat je het thema een paar keer per jaar bespreekt in het team. Oefen met elkaar gesprekken waarin je je zorgen over een kind uitspreekt en bespreek cases. Hoe kijken je collega’s naar de situatie en maken zij zich ook zorgen? Ook als je twijfels hebt, moet je die bespreken. Daarnaast zou het onderwerp meer aandacht mogen krijgen tijdens de lerarenopleiding. Hoe meer je oefent met het houden van dit soort gesprekken in een veilige situatie, hoe beter voorbereid je bent als je het gesprek ooit in het echt moet voeren met een kind of de ouders.”
Gouden gesprekstips
Bij het praten met leerlingen en ouders waarvan je vermoedt dat het thuis niet goed gaat, is er een aantal belangrijke punten om op te letten. Annemarie Raes en Yvonne de Jong van Sterk Huis geven tips:
- Bespreek eerst met collega’s of zij hetzelfde waarnemen, voordat je met de ouders of leerling gaat praten.
- Ga in het gesprek met ouders naast ze staan, blijf weg van beschuldigingen. Benoem feitelijke waarnemingen en besef dat zowel jij als de ouder het beste met het kind voorheeft. Misschien hebben ouders hulp nodig. Vraag ze waar je ze bij kunt helpen om de situatie in het belang van het kind beter te maken. Bedenk ook dat iedereen in moeilijke omstandigheden kan belanden, met problemen die zich opstapelen.
- Benadruk in het gesprek dat je wilt samenwerken met de ouders om het kind zo goed mogelijk te ondersteunen. Spreek over mogelijkheden en kansen en focus je niet alleen op wat er verkeerd gaat. Probeer ook te benoemen wat er goed gaat met een leerling.
- Probeer tijdens een gesprek met een leerling je eigen emoties in bedwang te houden. Reageer niet geschokt als een leerling vertelt wat er aan de hand is.
- Mocht het niet goed gaan bij een leerling thuis en je weet niet precies hoe je daarop moet reageren, zeg dan dat je er even over na moet denken, advies gaat vragen en erop terug zal komen. Zeker oudere kinderen moeten worden meegenomen in dit proces. Wees open en eerlijk over de gesprekken die je wilt voeren en de acties die wilt ondernemen. Zo behoudt een leerling zijn gevoel van controle en wordt zijn zelfvertrouwen versterkt.
- Creëer een veilige en open sfeer in de klas, zodat leerlingen weten dat ze altijd naar je toe kunnen komen.
Handvatten in een app
Bij de vernieuwing van de meldcode is er speciaal voor onderwijspersoneel de app Meldcode kindermishandeling ontwikkeld. Deze app bevat handvatten voor het signaleren van huiselijk geweld of kindermishandeling en hoe te handelen bij vermoedens. Je kunt digitaal de stappen uit de meldcode volgen en er is veel informatie beschikbaar, met praktijkvoorbeelden, mogelijke aanpakken en tools.
Meer weten?
- Het Nederlands Jeugdinstituut heeft belangrijke aandachtspunten voor het praten met kinderen en ouders over kindermishandeling op een rij gezet.
- De Augeo Foundation biedt trainingen voor professionals en achtergrondinformatie, maar er zijn ook laagdrempelige tools ontwikkeld om meer te weten te komen over kindermishandeling.
- Wil je kindermishandeling bespreekbaar maken in de klas? Bekijk de serie van Het Klokhuis over kindermishandeling of organiseer een project in samenwerking met Team Kim.
- Het Coördinatiepunt Trainingen Meldcode biedt trainingen aan leraren om kindermishandeling te herkennen. Ook kun je er webinars voor het onderwijs terugkijken.