Burgerschapsonderwijs in de bètavakken
In Nederland wordt nog nauwelijks burgerschapsonderwijs gegeven in de natuurwetenschappelijke vakken. Toch lenen onderwerpen zoals klimaatverandering, orgaandonatie, vaccinaties en de stikstofproblematiek zich perfect voor het integreren van burgerschap in de bètavakken. Er is nog weinig voorbeeldmateriaal, dus hoe ontwerp je als bètadocent relevant burgerschapsonderwijs?
De nieuwe wet burgerschapsonderwijs verlangt van scholen dat er een schoolbrede aanpak is voor burgerschapsonderwijs. Dat betekent dat maatschappelijke onderwerpen niet alleen bij geschiedenis of maatschappijleer belangrijk zijn, maar ook terugkomen bij de exacte vakken. Paula Verstappen is docent biologie en scheikunde aan het Penta Jacob van Liesveldt in Hellevoetsluis en ziet voortdurend mogelijkheden om burgerschap op te nemen in haar lessen. “Denk bijvoorbeeld aan de jodiumtabletten die de overheid verstuurt aan mensen die binnen een bepaalde afstand van een kerncentrale wonen. Als leerlingen die ontvangen, kun je een gesprek voeren over waarom de overheid dat doet, de werking van de tabletten en de keuze voor wie wel iets ontvangt en wie niet. Dat kost niet veel tijd en je bent bewust met burgerschap bezig. Bovendien laat je ze zien hoe relevant je vak is in het dagelijks leven.”
Kritisch leren kijken
Leerlingen laten zien dat burgerschap zich niet alleen afspeelt in de alfahoek is volgens Verstappen heel waardevol. “De regering maakt beslissingen op basis van wetenschappelijk bètaonderzoek, deze hebben direct invloed op het leven van de leerlingen. Daarover praten geeft heel andere discussies dan burgerschapsonderwerpen bij geschiedenis. Dit jaar heb ik bij biologie veel discussie gehad over vaccinaties. Vanuit mijn vak kan ik meer uitleg geven over hoe vaccinaties werken. Door samen naar de achterliggende bron van een krantenartikel te kijken en die uit te leggen, geef je leerlingen achtergrondinformatie. Zo leer je ze kritisch te zijn: ook dat is een vorm van burgerschapsvorming.”
Activerend lesmateriaal
Uit onderzoek naar het bevorderen van burgerschapscompetenties in de natuurwetenschappelijke vakken met behulp van zelfgemaakt actueel en innovatief lesmateriaal blijkt dat leerlingen al binnen een enkele les of korte lessenserie burgerschapsvaardigheden kunnen ontwikkelen. Voorwaarde daarbij is dat het burgerschapsonderwijs aansluit bij de leefwereld van leerlingen en dat het onderwijs activerend en uitdagend is. Het onderzoek laat zien dat de 5E-leercyclus een succesvol uitgangspunt is voor de ontwikkeling van dergelijk onderwijs. 5E verwijst naar:
- Engage – een uitdagende introductie van een maatschappelijke kwestie, waardoor je de nieuwsgierigheid van leerlingen opwekt.
- Explore – groepjes leerlingen verkennen en onderzoeken de kwestie.
- Explain – discussie en uitleg, leerlingen wisselen klassikaal uit wat ze ontdekt hebben en je introduceert nieuwe concepten.
- Elaborate – verdiepende activiteiten geven leerlingen nieuwe kennis en versterking van vaardigheden.
- Evaluate – formatieve toetsing en reflectie op het leerproces helpen bij het onderbouwd leren oordelen over maatschappelijke kwesties.
Lessen over lachgas
Verstappen gebruikte de 5E-leercyclus bij het opzetten van lessen over lachgas voor de derde klassen van de havo. “De les begint met een reeks algemene vragen over lachgas, zoals: heb je het weleens gebruikt en denk je dat het gevaarlijk is? Dat is mijn nulmeting. Daarna laat ik een grappig filmpje zien van twee mannen die lachgas uitproberen en laten zien wat lachgas in je lichaam doet. Vervolgens verkennen leerlingen in tweetallen het onderwerp door verschillende krantenartikelen te lezen. Die geven niet dezelfde informatie, terwijl de bron wel hetzelfde is. Dus bekijken we samen de brontekst om te zien wat daar eigenlijk staat.” Tijdens de lessen zag Verstappen een grote betrokkenheid van leerlingen, er werd veel gediscussieerd. “Over wat lachgas bijvoorbeeld precies doet. De leerlingen denken veel van lachgas te weten. Toch schrokken ze van de langetermijngevolgen. Het was mooi om te zien hoe enthousiast de leerlingen in die krantenartikelen doken en hoeveel ze zelf ontdekten.”
Elkaar ondersteunen
Het ontwikkelen van lessen met een burgerschapsthema hoeft niet veel tijd te kosten volgens Verstappen, maar vraagt wel bepaalde vaardigheden. Daarom is het belangrijk om elkaar als vakgroep en team te ondersteunen. “Er is ontzettend veel mogelijk: je kunt een krantenartikel als uitgangspunt nemen, of een bredere maatschappelijke discussie. Zorg er wel voor dat de basiskennis van een onderwerp vanuit je vak op orde is. Als je aan de slag gaat met burgerschap, kun je het beste dicht bij jezelf blijven en een werkvorm te kiezen waarin je vaardig bent.” In een overladen programma kan het lastig zijn om burgerschapsvorming in te plannen in het curriculum. Verstappen vindt dat geen reden om het niet te doen. “Tien minuten aandacht voor een maatschappelijk onderwerp in een reguliere les kan al nuttig en waardevol zijn.”
Meer weten?
- Lees waarom je voor burgerschapslessen ook de klas uit moet.
- Platform Tech your future ontwikkelde een praktijkboek over het combineren van burgerschapsvorming met bèta en technologie, dat je gratis kunt downloaden.
- Het Handboek Burgerschapsonderwijs van de VO-raad geeft houvast bij het vormgeven van burgerschapsonderwijs.
- Met behulp van systeemdenken buigen leerlingen zich over complexe (maatschappelijke) vraagstukken. Aan de hand van informatie die leerlingen zelf zoeken, leren ze het systeem beter te begrijpen. Voor het vak biologie wordt al gebruikgemaakt van deze methode en voor het vak scheikunde wordt momenteel praktijkonderzoek gedaan naar bruikbare systeemkarakteristieken.