Werken vanuit leerdoelen geeft meer regie over je onderwijs
praktijk
po vo

Werken vanuit leerdoelen geeft meer regie over je onderwijs

In plaats van het volgen van een bestaande lesmethode, kun je er ook voor kiezen om zelf je lessen vorm te geven op basis van leerdoelen. Daardoor vallen niet-verplichte lesonderdelen uit de methode weg en ontstaat er ruimte om je lessen in te richten op een manier die bij jou en je leerlingen past.

© Ruben Jorksveld

Met het volgen van een kant-en-klare lesmethode weet je zeker dat je alle kerndoelen behandelt, maar het laat weinig ruimte over voor eigen invulling van het programma. Denk aan thema’s die jij belangrijk vindt, een projectweek, excursies of lessen over actuele ontwikkelingen. Door les te geven vanuit leerdoelen, ga je terug naar de basis van je lessen en bekijk je wat jij je leerlingen wilt leren, hoe je dat wilt doen en waarmee. Zeker in het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs is daar voldoende ruimte voor, vertelt Herman Rigter, een van de auteurs van het boek Werken vanuit leerdoelen. “De gemiddelde lesmethode in de onderbouw van het vo bestaat voor twee derde uit verplichte lesstof. Dat betekent dat je een derde kunt overslaan. Dat schept ruimte om aandacht te geven aan de leerdoelen die jij of de school belangrijk vindt.”

Leerdoelen begrijpelijk maken

Wanneer je gaat werken vanuit leerdoelen, begin je met het vaststellen van die doelen. Dat zijn om te beginnen de verplichte kerndoelen en eindtermen voor vo en voor po, aangevuld met de doelen die je als school of vakgroep belangrijk vindt. Zodra de leerdoelen helder zijn voor jou als leraar, is het belangrijk ze ook begrijpelijk te maken voor leerlingen, zodat zij er zelf mee aan de slag kunnen. “Een goed omschreven leerdoel voor leerlingen begint met ‘Ik kan’, zodat een leerling eigenaarschap voelt. Vervolgens is het heel belangrijk het juiste werkwoord te kiezen, een die resulteert in een concrete actie. Dus zeg niet: ‘Ik kan een eenvoudige tekst lezen’, maar: ‘Ik kan een samenvatting geven van de tekst’. Waar mogelijk is het aan te raden om een norm te noemen. Dus vraag niet naar verschillen, maar naar de víer verschillen”, legt Rigter uit.

Passend lesmateriaal

Als de leerdoelen goed geformuleerd zijn, volgt het bepalen van de geschikte didactische aanpak en het selecteren van het best passende lesmateriaal. Dat kan materiaal uit een bestaande methode zijn, maar ook materialen die je online hebt gevonden. Of misschien is de beste aanpak wel het bezoeken van een bedrijf of museum. Bij het samenstellen van een afsluitende activiteit (toets, werkstuk of bijvoorbeeld een portfolio) is het ook belangrijk om de leerdoelen als vertrekpunt te nemen. Voor leerlingen bevat de toets dan geen verrassingen meer en na afloop kun je heel precies vaststellen welke leerdoelen een leerling heeft behaald en welke nog niet. Daardoor is de ondersteuning van de leerling in het vervolg van het leerproces veel effectiever.

Leerlingen actief aan de slag

Werken met leerdoelen is voor leerlingen aantrekkelijk, omdat de lessen gevarieerd zijn en ze meer vrijheid krijgen in de manier waarop ze leerdoelen willen behalen. Al is dat wel iets waarin leerlingen moeten groeien. “Leraren mopperen vaak dat leerlingen alleen maar consumeren. Maar dat is ook de rol die wij ze vaak geven. Als we ze meer vrijheid geven om hun eigen leerproces in te richten en goede vragen te stellen, nemen ze verantwoordelijkheid en gaan ze actiever met hun eigen leerproces aan de slag.” Het grote voordeel van leerdoelgericht werken voor leraren is dat de lesmethode je lessen niet langer regisseert. “Je kunt je lessen daardoor afstemmen op jouw klaslokaal en leerlingenpopulatie, en op de omgeving van de school met haar eigen specifieke culturele aanbod of excursiemogelijkheden. En, ook heel belangrijk: je geeft les op een manier die bij je past, wat voor veel werkplezier kan zorgen.”

Klein beginnen

Hoewel Rigter voorbeelden kent uit het vo van docenten die hun lessen op eigen kracht hebben omgevormd, werkt het het beste als je minimaal op sectieniveau aan de slag gaat met het werken met leerdoelen. “Je leerdoelen moeten namelijk wel aansluiten op die van het voorgaande en volgende leerjaar. Als je de enige bent met een andere manier van lesgeven, ben je constant aan het afstemmen en vergelijken”, legt hij uit. Rigter raadt ook aan om het in het begin klein te houden. “Formuleer leerdoelen voor een of twee weken. Kijk of je leerlingen begrijpen wat er gevraagd wordt, ga aan het einde van de les of lessen na of ze het doel gehaald hebben en of ze nog ergens ondersteuning bij willen hebben. Als dat bevalt, kun je het uitbreiden.”

Vertrouwen in professionaliteit

Ten slotte wil Rigter benadrukken dat werken met leerdoelen geschikt is voor alle leraren en dat het dus niet uitmaakt of je startend of ervaren bent. “De grootste drempel voor leraren is het vertrouwen in hun eigen professionaliteit. Het gaat dan om het vertrouwen dat je zelf, met je collega’s, kunt bepalen welke leerdoelen van belang zijn. Dat kan heel goed met behulp van instrumenten, zoals Leerplan in beeld van SLO. Daar moet je wel even tijd in steken, maar als je die professionaliteit beheerst, krijg je er veel vrijheid voor terug.”

Meer weten?

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.