Gastcolumn van een docent Frans: ‘Dan maar mijn eigen methode, besloot ik’
Mijntje van Haaren is docent Frans aan het d’Oultremontcollege in Drunen. Ze zag dat haar klassen in slaap vielen bij de lessen Frans en besloot toen maar haar eigen methode uit te vinden. De leerlingen vinden het heel stoer dat hun ‘juf’ zelf de boeken heeft gemaakt.
Wil je ook een gastcolumn schrijven over jouw ervaringen in het onderwijs? Mail ons.
Waar haal je in godsnaam de tijd vandaan? Dat is de reactie die ik het meeste hoor van mijn collega’s als ze horen dat ik mijn eigen methode heb gemaakt. Verder zijn ze vooral trots op me. Hun collega heeft een methode ontwikkeld die ook op andere scholen wordt gebruikt!
Ik geef al 25 jaar les, daarop ben ik zelf eigenlijk nog trotser dan op die methode. Maar het is wel fantastisch om je eigen materiaal met pallets tegelijk van de drukker te zien komen. Het is sowieso een heel spannend avontuur.
Geen simpel gesprekje
Ik was al jaren niet erg tevreden over de bestaande methodes. Te vaak zag ik leerlingen in slaap vallen in de klas. Ze vonden Frans niet leuk. Ze moesten dingen leren die helemaal niet aanspraken, zoals woorden die je maar zelden tegenkomt en een overdaad aan grammatica. Aan het eind van de havo konden ze wel verschillende werkwoorden in allerlei tijden vervoegen, maar geen simpel gesprekje voeren in het Frans.
Op een dag heb ik mijn leidinggevende gevraagd of ik mijn eigen materiaal mocht maken. En dat mocht. Ik ben aan de slag gegaan. Met leuke oefeningen, veel Franstalige YouTube-filmpjes en een lijst van de meestgebruikte Franse woorden.
Samen met twee onderbouwcollega’s gebruik ik mijn eigen materiaal nu al een jaar of vijf. Leerlingen vinden het leuk. Het aantal leerlingen dat Frans kiest is gegroeid. En ze halen het juiste niveau, dat was natuurlijk ook nog wel even spannend.
Eerste boeken van de pers
Op een dag vroeg een collega van een andere school of ze mijn materiaal kon gebruiken. Toen heb ik een uitgever gezocht. En driekwart jaar later rolden de eerste boeken van de pers, die we op drie scholen hebben getest. Dan ontdek je dat je nog lang niet aan alles hebt gedacht. O ja, verschillende versies van alle toetsen! Correctiemodellen! Nog meer toetsen! Digitale oefeningen!
Inmiddels zijn leerjaar 1 en jaar 2 op een flink aantal scholen in Nederland in gebruik. Leerjaar 3 zijn we nu aan het afmaken. Het team is inmiddels veel groter dan alleen ikzelf. Dat was echt nodig. We hebben twee native speakers erbij gehaald, een toetsenmaker en een vormgever. En natuurlijk ook een websitebouwer en een docent die gek is op digitale toepassingen. De uitgever en ik fantaseren nu over allerlei leuke extra’s, zoals een conversatieboekje en uitdagende escaperooms. De gebruikers denken met ons mee, ook dat is erg leuk.
Intuïtie en ervaring
Heel spannend vond ik die eerste keren dat ik de methode aan collega’s in het land presenteerde. Maar ik ontmoet vooral enthousiasme. Veel collega’s blijken mijn ervaringen te herkennen. Ze delen mijn visie dat je vooral met plezier verder komt en dat een methode laagdrempelig moet zijn om vertrouwen te geven. Vooral jongere docenten zijn op zoek naar garanties. Ze vragen bijvoorbeeld of de methode voldoet aan de eisen van SLO en het Europees Referentiekader voor de Talen. Daar hebben we ons wel even in moeten verdiepen. En toen bleek dat wat ik vooral op basis van intuïtie en ervaring heb gemaakt, prima voldoet aan wat je van een lesmethode mag verwachten.
En de leerlingen? Die vinden het heel stoer dat hun ‘juf’ de boeken heeft gemaakt. Ook mijn gezin steunt me geweldig. Dat is hard nodig, want er zijn veel avonden, weekenden en vakanties in gaan zitten.
Mijntje van Haaren is docent Frans aan het d’Oultremontcollege in Drunen. De door haar ontwikkelde methode Frans heet Formidable!.