Een leerling die niet praat in de klas? Dat kan wijzen op selectief mutisme
Kinderen met selectief mutisme kunnen op het schoolplein heel actief en praterig zijn, maar in de klas verstarren. Wat houdt deze angststoornis in en hoe kun je een leerling die hier last van heeft helpen? Ambulant begeleider Eustache Sollman en leraar Lennart van der Meulen geven uitleg en tips.
Als je in contact komt met gevaar, kun je op drie manieren reageren: vechten, vluchten of verstarren. Dat laatste zie je bij kinderen met selectief mutisme, legt Eustache Sollman uit. Hij schreef meerdere boeken over deze angststoornis. “Een vraag in de klas beantwoorden is natuurlijk niet gevaarlijk, maar de angst die een kind met selectief mutisme op zo’n moment voelt is net zo groot als wanneer het wordt aangevallen.”
Volgens Sollman zijn er veel gradaties. Het ene kind doet en durft alles behalve praten, terwijl het andere kind ook in het handelen blokkeert en letterlijk verstijft. Waar dat gebeurt, verschilt ook per kind. Er zijn kinderen die op de gang vrolijk kletsen, maar die zodra ze de klas binnenkomen op slot gaan, en kinderen die in elke situatie buitenshuis dichtklappen. “Bij selectief mutisme heb je te maken met twee versies van het kind: op school is het geremd en thuis komt alle spanning en frustratie eruit, waardoor het kind daar soms juist brutaal, opstandig en praterig kan zijn.”
Oplopende en afnemende spanning
Bij selectief mutisme kent angst een hiërarchie, vertelt Sollman. “Het klaslokaal staat over het algemeen bovenaan en hoe verder je daar vandaan gaat, hoe meer de spanning afneemt. Zo begeleid ik een jongen uit groep 4 die in de gang nog huppelt, maar verstijft zodra hij de klas binnenstapt. Laatst zei ik tegen hem: ik ben nog iets vergeten, kom je mee? Toen hij de klas uitstapte zag ik hem weer ontspannen.”
Lennart van der Meulen is leerkracht van groep 5/6 op basisschool de Gouden Griffel in Berkel en Rodenrijs. Hij heeft een leerling in de klas die gediagnosticeerd is met selectief mutisme en een leerling van wie er grote vermoedens zijn dat hij deze angststoornis heeft. Van der Meulen herkent wat Sollman zegt. “De leerling die gediagnosticeerd is, wordt ondersteund door een ambulant begeleider en elke maandag spelen we met z’n drieën een spelletje na schooltijd. Nu spelen we bijvoorbeeld Wie is het?. Zij fluistert tegen de ambulant begeleider, die haar woorden hardop tegen mij zegt. Als ik er niet bij ben, praat ze volop tegen hem en ook tegen klasgenoten en andere volwassenen, zoals de onderwijsassistent of de stagiaire. Alleen bij mij klapt ze dicht. Ik neem dat niet persoonlijk, ik weet waardoor het komt en dat het kind er niets aan kan doen.”
Geen vrijstelling, wel een aangepaste vorm
Kinderen met selectief mutisme houden door niks te zeggen controle over hun angst, legt Sollman uit. “Pas als ze zich veilig voelen, kunnen ze stappen maken. Daarom is een veilig pedagogisch klimaat in de klas belangrijk en is het goed dat je de leerling laat merken dat je zijn angst erkent.” Je moet er volgens Sollman wel voor waken dat je niet te ver gaat in je hulp en opletten dat een leerling voortgang kan blijven maken. Als je een leerling steeds alle vragen en antwoorden laat opschrijven, help je hem bijvoorbeeld niet om te gaan praten.
Van der Meulen vindt het belangrijk dat zijn leerlingen met selectief mutisme aan alle activiteiten meedoen. “Ze krijgen geen vrijstelling voor een boekbespreking of het voorlezen van een sinterklaasgedicht. Ik stel wel een aangepaste vorm voor. Dan mogen ze het voor een klein groepje doen. En als ze niet willen dat ik erbij blijf, ga ik weg of een stukje verderop zitten. Een volgende keer maak ik het groepje toeschouwers groter, zodat de leerling wel progressie maakt.”
Elkaar op de hoogte houden
Ook het contact met het thuisfront is belangrijk, zegt Sollman. “Ik adviseer leerkrachten een driehoek te vormen met thuis en de behandelaar, zodat je van elkaar op de hoogte bent wat er speelt en aan welke actiepunten de komende tijd gewerkt wordt.” Van der Meulen had een heen-en-weer-schrift met de ouders van zijn gediagnosticeerde leerling. “Ik schreef daarin op dat ze bijvoorbeeld haar vinger had opgestoken. Andersom schreven haar ouders op hoe het thuis ging. Toen het schrift vol was mocht de leerling het houden. Haar moeder liet weten hoe blij haar dochter daarmee was. Ze had het al tien keer vol trots gelezen.”
Tips
Heb je (mogelijk) een leerling in de klas met selectief mutisme? Sollman en Van der Meulen hebben deze tips:
- Selectief mutisme start vaak al in de kleuterklas. Hoe eerder de diagnose gesteld wordt en een kind begeleiding krijgt, hoe soepeler de behandeling en hoe groter de kans dat een kind eroverheen groeit.
- Als leraar kun je veel, maar je bent geen therapeut. Daarom heeft een kind professionele hulp nodig.
- Kijk wat je alvast in de klas kunt doen. Durf je gevoel hierin te volgen. Probeer je in het kind te verplaatsen en vraag je af wat helpend kan zijn.
- Zet de leerling op een plek waar hij de deur, de klas en de leraar kan overzien. Zo houdt hij de controle.
- Zet de leerling niet voor het blok en bereid hem voor op veranderingen, zoals een nieuwe klasindeling.
- Stel geen hoge verwachtingen of doelen. Denk niet: aan het eind van het jaar moet hij praten. Vooruitgang gaat met kleine stappen.
Meer weten?
- Eustache Sollman schreef twee boeken over selectief mutisme.
- Het expertiseteam selectief mutisme van Universiteit Leiden doet onderzoek naar deze angststoornis en deelt kennis.
- Op de website Spreekt voor zich staat meer informatie over selectief mutisme. Ook vind je hier ondersteunende prentenboeken.
- Ouders kun je doorverwijzen naar stichting selectief mutisme.
- Hoe herken je een angst- of dwangstoornis bij een leerling en wat kun je er als leraar aan doen?