Wat je als leraar moet weten over growth mindset
interview
po vo mbo so

Wat je als leraar moet weten over growth mindset

Leerlingen die ervan overtuigd zijn dat ze zichzelf kunnen blijven verbeteren door te leren, hebben een growth mindset. Leerlingen met een fixed mindset geloven juist dat hun persoonlijke eigenschappen vaststaan. Als leraar kun je grote invloed hebben op de motivatie, betrokkenheid en resultaten van beide groepen. Dat vertelt Naomi de Ruiter, die onderzoek doet naar growth mindset aan de Rijksuniversiteit Groningen. 

juf helpt leerling in klas
© Nieke Martens

Welke misverstanden bestaan er over growth mindset? 

“Het grootste misverstand is dat je alleen positieve feedback zou mogen geven. Of dat je het alleen mag hebben over de inzet van een leerling, en niet over het resultaat. Maar als een leerling een antwoord fout heeft, mag je dat best benoemen. Het is vervolgens wel belangrijk dat je vertelt hoe het komt dat het antwoord fout is, bijvoorbeeld door te zeggen: het antwoord klopt niet, want je hebt dit getal niet goed van dat getal afgetrokken. Die combinatie, van de uitkomst benoemen én procesfeedback geven, is de kern van goede feedback.”

Zijn er nog meer voorwaarden voor een growth mindset? 

Naomi de Ruiter
Naomi de Ruiter

“Hoe je omgaat met leerlingen is ontzettend bepalend. Het gaat niet alleen om wat je tegen een leerling zegt, maar om de hele mindsetcultuur in de klas. Om het beste uit leerlingen te halen zou dat een groeimindsetcultuur moeten zijn. Het gaat hierbij om normen en waarden: wat betekent het om een goede leerling te zijn? In een groeimindsetcultuur is dat niet een leerling die alle opdrachten snel en foutloos uitvoert, maar een leerling die wil weten hoe iets zit, die uitdaging niet vermijdt maar juist opzoekt, die het niet erg vindt om te falen.

Aan die normen en waarden kun je als leerkracht positief bijdragen door je bewust te zijn van de manier waarop je praat en van de dingen waaraan je aandacht besteedt. Als er onderlinge competitie is – je hoort bijvoorbeeld leerlingen met elkaar praten over wie het hoogste cijfer heeft – benoem je dat het erom gaat wie de uitdaging aandurft. Vaak zijn leraren wel alert op het vermijden van negatieve situaties, maar ook in ogenschijnlijk positieve situaties moet je je er bewust van zijn. Als een leerling heel blij is met een hoog cijfer is dat prima, maar probeer op zo’n moment de aandacht te verschuiven naar het proces. Benoem wat hij goed gedaan heeft, en dat hij daarom dat cijfer heeft gekregen.” 

Hoe kun je omgaan met niveau-indelingen als rekentijgers, of zon-maan-ster? 

“Leerlingen weten heel goed waar die benamingen voor staan, en wie waar beter in is. Dat is op zich niet erg. Waar je voor moet waken is dat leerlingen daardoor gaan denken: zij maken driesterrenopdrachten, dus zij zijn slimmer. Heb het er met ze over: wat doen die leerlingen waardoor ze die opdrachten kunnen maken? Leg uit dat zij al goed omgaan met een bepaalde leerstrategie en dat de rest dat nog gaat leren. Dan heb je het over concrete acties.”

Is growth mindset ook iets wat je van thuis meekrijgt?  

“Iedereen heeft een bepaalde basismindset over het geloof in zichzelf. Meestal is dat wat je vanuit huis meekrijgt. Hoor je thuis dat je nu eenmaal slim bent (of juist niet), of hoor je dat je slim kunt worden door te leren? Maar het is belangrijk om te beseffen dat je als leraar een grote invloed hebt.  Een growth mindset is een dynamische onderhandeling tussen leerling en leraar, en tussen leerlingen onderling. Uiteindelijk is het belangrijker wat er in de klas gebeurt, dan wat er thuis gezegd wordt. Dat komt omdat je in de klas meer tijd besteedt aan het leerproces, dat is de plek waar het leren en toetsen plaatsvindt. Ouders kunnen het proces hooguit steunen of verstoren.”

Welke tips zijn er om een groeicultuur in de klas te stimuleren? 

“De belangrijkste tip is dat leraren zich bewust moeten zijn van wat ze voorleven en hoe ze praten. Want je hebt als leraar echt invloed door het gedrag dat je dagelijks laat zien. Een praktische tip:  praat alleen over wat je kunt zien en niet over wat je niet kunt zien. Het gaat niet om onzichtbare dingen (zoals hoe slim een leerling is), het gaat om gedrag dat je kunt zien. Dat is echt niet altijd makkelijk, maar als je probeert  alleen te praten over wat je ziet, geef je vanzelf procesfeedback. Jezelf bewust zijn van de woorden die je gebruikt is een belangrijk begin in het maken van een verschil voor leerlingen.”

Meer weten?

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.