Chatten in het Frans, bellen in het Engels
praktijk
vo mbo

Chatten in het Frans, bellen in het Engels

Een vreemde taal leer je vooral spreken door veel te oefenen. Maar in de klas is daar niet altijd ruimte voor. Ook vinden veel leerlingen dit spannend. Hun enthousiasme neemt aanzienlijk toe als ze met elkaar mogen chatten of (video)bellen. Hoe pak je dat aan als docent?

jongens met telefoon tijdens de les
© Joost Hoving

Hoe kan ik leerlingen meer Duits met elkaar laten praten? Dat vroeg Paul Halma, docent Duits op het A. Roland Holst College, zich vaak af. Wat hij ook probeerde, leerlingen spraken toch vooral Nederlands tijdens zijn lessen. “Duits is geen gemakkelijke taal om te spreken, maar het kwam ook doordat de taaltaken waarmee we werkten zich er niet voor leenden, en omdat leerlingen communicatie-angst hebben.” 

Halma werkte daarom graag mee aan het onderzoek Doeltaal Digitaal, dat de effecten meet van leerlingen die met elkaar communiceren via tekstchat of (video)bellen. Projectleider Marrit van de Guchte: “Uit onderzoek blijkt dat leerlingen in digitale omgevingen minder angst hebben om te communiceren, dat ze er meer plezier aan beleven en ook meer bereid zijn dit te doen. Niet verwonderlijk, want het sluit naadloos aan op wat jongeren in hun dagelijks leven veel doen. Daarom bedachten we met docenten Engels, Duits en Frans van vijf scholen taken die leerlingen in een digitale omgeving kunnen uitvoeren.”

Het effect van vrij spreken

Halma en Van de Guchte zagen meteen dat deze vorm van taalonderwijs aansloeg bij leerlingen. “Waar ze normaal gesproken niet langer dan een aantal seconden communiceerden, deden ze dat nu langere tijd achter elkaar, tot wel tien minuten”, vertelt Van de Guchte. 

Doordat de opdrachten heel anders van opzet zijn dan veel opdrachten in bestaande lesmethodes, is het effect groot, ziet Halma. “In veel methodes zit wel spreekvaardigheid, maar vaak is dat in de vorm van een rollenspel waarbij de inhoud vastligt. Deze vrije spreekopdrachten staan veel dichter bij echte situaties. Als docent moet je meer sturen op communicatieve doelen. Maar het is een mooie manier om grammatica te integreren en om leerlingen correctheid van spreken bij te brengen.”

Vormen van digitale interactie

Er zijn drie vormen waarin leerlingen digitaal met elkaar in een vreemde taal kunnen communiceren. Iedere vorm is geschikt voor andere doeleinden.

1. Audiogesprek

Deze vorm van communiceren lokt het meeste taalgebruik uit, omdat er geen ondersteuning is van gebaren. Dit is een goede vorm om gespreksstrategieën te oefenen en vloeiend een taal te leren spreken.

2. Videogesprek

Voor leerlingen met een voorkeur voor het zien van de ander, is dit een goede vorm. Een videogesprek is ook zeer geschikt om gespreksstrategieën te oefenen en vloeiend een taal te leren spreken.

3. Tekstchat

Deze vorm is heel geschikt om mee te starten. Het is laagdrempelig en je kunt het in de klas doen, waardoor je leerlingen goed kunt begeleiden. Het is een geschikte vorm als je wilt focussen op woordgebruik of grammatica. Dat komt omdat leerlingen schrijvend iets meer tijd hebben om over hun boodschap na te denken, en omdat ze kunnen teruglezen wat ze geschreven hebben.

Rebelse elementen

Uit het onderzoek kwam naar voren dat het succes van de digitale interactie nog groter wordt als je een aantal omstandigheden bewust kiest, vertelt Van de Guchte. “Werk altijd in tweetallen, dat voorkomt dat een derde persoon zijn taak kan ontduiken. Kies er ook bewust voor om duo’s te vormen met vrienden, dat maakt de communicatie-angst kleiner. En zorg voor opdrachten met een rebels of verrassend element erin. Zo zagen we dat leerlingen helemaal losgingen bij de taaltaak waarbij ze een plan bedachten om toetsen uit de kast van hun docent te stelen.”

Tijd maken betaalt zich terug

Omdat leerlingen gesprekken opnemen, kun je de opdrachten als huiswerk opgeven. Dat betekent niet dat Halma urenlang gesprekken terugluistert. “Omdat afwisseling belangrijk is, geef ik iedere zes weken een of twee digitale taken. Bij de beoordeling focus ik op het behaalde communicatieve doel, op de correctheid van één grammaticale structuur of op het gebruik van nieuw te leren woorden.” 

Een andere mogelijkheid is dat iedere leerling een spreekvaardigheidportfolio maakt waarmee je een gesprekvaardigheidsleerlijn opbouwt. Halma: “Woorden leer én onthoud je door ze te gebruiken. Met elkaar spreken is dus heel efficiënt. Daar ruimte voor maken betaalt zich echt terug.”

Meer weten?

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.