7 tips voor succesvol burgerschapsonderwijs in het mbo
actueel
Burgerschap mbo

7 tips voor succesvol burgerschapsonderwijs in het mbo

Burgerschap bereidt mbo-studenten voor op hun toekomstige beroep en vormt ze tot verantwoordelijke en betrokken burgers. Het vak was al een van de vier basisvaardigheden, maar vanaf studiejaar 2026-2027 is het ook een examenvak. Hoe veranker je burgerschap in je onderwijs? En hoe motiveer je studenten voor het vak? Een docent en onderzoeker geven tips.

© Rijksoverheid/Marieke Duijsters

Burgerschap een examenvak? Goed nieuws, vindt onderzoeker Ineke van der Veen van het Kohnstamm Instituut. Zij en haar collega’s deden vijf jaar lang onderzoek naar motiverend burgerschapsonderwijs in het mbo. Hierbij waren ook vier mbo-instellingen betrokken. 

Er bleek op die scholen nog geen stevige basis voor het vak. “Docenten die burgerschap gaven, deden dat vaak naast een ander vak en werkten niet vanuit een instellingsbrede visie. Hierdoor ging opgedane kennis verloren als een docent opstapte.” Nu de 20 nieuwe kwalificatie-eisen burgerschap ingaan, verwacht Van der Veen dat het vak meer status krijgt.

Betül Keskin is docent aan de opleiding pedagogisch werk aan het mbo Zadkine in Spijkenisse en projectadviseur bij de MBO Raad en het Expertisepunt Burgerschap. Ze is betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe kwalificatie-eisen. Die eisen zijn niet alleen ontwikkeld om het burgerschapsonderwijs te versterken, maar ook om als mbo beter aan te sluiten bij de huidige maatschappelijke ontwikkelingen en behoeften. “Studenten krijgen te maken met kwesties in de samenleving: van duurzaamheid tot diversiteit. Het is belangrijk dat ze hierover nadenken en  het gesprek over deze onderwerpen heeft prioriteit in het onderwijs.” 

Wil je burgerschap op de kaart zetten en studenten voor het vak motiveren? Dit zijn de 7 tips van Keskin en Van der Veen. 

1. Start met een visie

Het vak burgerschap in je onderwijs verankeren valt of staat met een duidelijke visie, zegt Van der Veen. “Leg die visie instellingsbreed vast, zodat je gezamenlijk weet waar je het voor doet en waar je naartoe werkt. Burgerschap is een breed vak, waarmee je alle kanten op kunt. Juist daarom is het belangrijk om eerst te bedenken waar je de accenten legt. Geef opleidingen vervolgens de ruimte om daar een eigen invulling aan te geven.” 

Van der Veen adviseert docenten de inhoud van het vak regelmatig te evalueren en bij te stellen. Het moment waarop studenten een toets maken of een portfolio inleveren, leent zich daar goed voor. “Dan zie je wat ze geleerd hebben en wat beter kan.” 

2. Leg verbindingen met het toekomstige beroep

De breedte van het vak burgerschap kan een valkuil zijn, want waar begin je en wat neem je wel en niet mee? Het mooie aan burgerschapsonderwijs in het mbo is dat je het extra betekenis kunt geven door aan te sluiten bij het toekomstige werkveld van de studenten, zegt Keskin. 

“Als mijn studenten zeggen dat ze niets over politiek hoeven te weten, laat ik ze zien waarom dat wél belangrijk is voor hun toekomstige baan in de kinderopvang. Stel: er verandert iets in de kinderopvangtoeslag. Dan is het goed als je antwoord kunt geven op vragen van ouders. Zo is er voor elke opleidingsrichting een haakje te bedenken.”

3. Sluit aan bij wat er speelt

Betekenis geven aan burgerschap doe je ook door in te spelen op de actualiteit of op wat er leeft in de klas. Keskin: “In de sollicitatieperiode voor hun stage liet ik studenten nadenken over de stelling ‘Mag een werkgever bij een sollicitatie een screening doen op social media?’ Dat leverde interessante gesprekken op. En ze werden zich ook bewuster van de dingen die ze zelf online posten.” 

Rond de verkiezingen voerde Keskin gesprekken over wel of niet stemmen. “Ik probeer tijdens die lessen dicht bij de studenten te blijven, ze te laten inzien wat de verkiezingen voor hen betekenen en waar ze zelf invloed op hebben. Overtuigen om te gaan stemmen doe ik niet, mijn doel is bewustzijn creëren.” 

4. Ga op pad of nodig iemand uit

Burgerschap hoef je niet altijd zelf of in het leslokaal te geven. Keskin nodigt regelmatig gastdocenten uit of gaat met haar studenten op pad. “Met alle oorlogen die nu gaande zijn, kun je bijvoorbeeld het Rode Kruis inschakelen voor een gastles humanitair oorlogsrecht. Zelf bezoek ik graag de Tweede Kamer, waar studenten tijdens een rondleiding uitleg krijgen over hoe de politiek werkt.”

5. Zorg voor autonomie en verbondenheid

De motivatie van studenten hangt samen met de bevlogenheid van de docent, blijkt uit het onderzoek van Van der Veen. Maar ook interactie werkt motiverend, met name als je daarmee de  autonomie van studenten ondersteunt. Van der Veen: “Daar valt onder dat studenten kritisch leren denken, discussiëren, naar elkaar luisteren en elkaars mening respecteren.” 

Belangrijk is dat studenten zich veilig voelen om hun mening te geven. In klassen waar studenten zich met elkaar verbonden voelen, is die kans groter en voelen ze zich vrijer om te participeren in het burgerschapsonderwijs. De docent speelt hierin een essentiële rol.

6. Geef studenten eigenaarschap

Opleidingen mogen zelf invulling geven aan het burgerschapsexamen. Dit kan een toets zijn, maar ook een portfolio. Om de betrokkenheid van studenten te vergroten, kun je studenten mee laten denken over de invulling van het examen, zegt Van der Veen. “Daarmee geef je ze eigenaarschap.”

7. Overleg met collega’s

In het ideale geval heeft elke mbo-opleiding over een aantal jaar een doorlopende leerlijn burgerschap. Maar de eerste stap is dat docenten die het vak geven van hun eilandjes afkomen en met elkaar gaan samenwerken. Van der Veen: “Door kennis met elkaar uit te wisselen en regelmatig met elkaar te overleggen over de inhoud en koers, til je het vak naar een hoger plan.”  

Meer weten?

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.