Laat leerlingen nadenken over vraagstukken uit de praktijk
De tijd dat lesgeven alleen maar binnen de schoolmuren plaatsvond, lijkt voorbij. En dat is goed nieuws, want van echte vraagstukken uit de praktijk leren leerlingen vaardigheden waarvan ze de rest van hun (school)carrière profijt hebben. In Hilversum werken scholen – van vmbo tot vwo – al jaren succesvol samen met de gemeente en het bedrijfsleven.
De wereld is ons klaslokaal. Zo luidt het motto van de vwo-afdeling van het A. Roland Holst College in Hilversum, een Daltonschool in oprichting. Dit motto sluit perfect aan bij het format dat kunstdocent Hanke Wiegand en voormalig informaticadocent Willem Schnitfink in 2015 voor alle leerlingen van de school – van vmbo tot vwo – ontwikkelden.
Deze docenten wilden dat leerlingen aan de slag zouden gaan met echte vraagstukken van de gemeente en het bedrijfsleven. Het idee sloeg aan: vier jaar later wonnen de docenten er de Nationale Onderwijsprijs Noord-Holland mee. Inmiddels is hun format uitgegroeid tot het stadsbrede project Educatief Hilversum, waaraan alle scholen in Hilversum kunnen deelnemen.
Buiten de hokjes denken
Het oorspronkelijke plan was bedoeld als burgerschapsonderwijs. Bedenker Hanke Wiegand: “We wilden een participatieproject starten met de gemeente, zodat leerlingen zich betrokken zouden voelen bij hun omgeving.” Hilversum werkte graag mee: de gemeente zat met een aantal mobiliteitsvraagstukken en was benieuwd hoe jongeren daar tegenaan keken. “Leerlingen denken meer buiten de hokjes dan volwassenen”, zegt Wiegand.
Een van de eerste projecten ging over knelpunten in het verkeer. Leerlingen dachten mee over de aanleg van rotondes, fietspaden, verlichting en kruispunten. Ze deden onderzoek naar het vraagstuk, brainstormden over een oplossing en presenteerden hun ideeën op een poster. Dat leverde interessante inzichten op. Opvallend was dat verkeersveiligheid in alle ontwerpen voorop stond en dat leerlingen voorstander waren van gescheiden verkeersstromen, zoals een fietstunnel of een fiets.
De gemeente gebruikte een aantal van die ideeën daadwerkelijk als input bij het schrijven van projectplannen. Wiegand: “Voor de gemeente was het perspectief van jongere inwoners dus echt een waardevolle toevoeging.”
Leerdoelen inzichtelijk maken
Niet alleen de gemeente was enthousiast over de samenwerking, ook de leerlingen raakten gemotiveerd door de praktijklessen. “In het vmbo zie je praktijklessen vaker”, zegt Willem Schnitfink. “Maar ook voor havo- en vwo-leerlingen is het relevant om de praktijk bij school te betrekken. Daarmee maak je inzichtelijk waarom ze bepaalde dingen leren. Tegelijkertijd komen ze in contact met verschillende beroepen en leren ze vaardigheden die in vervolgstudies goed van pas komen, zoals brainstormen, presenteren en samenwerken.”
Wiegand en Schnitfink werden een halve dag per week vrijgeroosterd om te netwerken en meer samenwerkingen met de gemeente en het bedrijfsleven op te zetten. Zo ontstond er een breed palet aan praktijkprojecten. Van een kunstproject met de Fotograaf des Vaderlands – waarbij leerlingen de Tweede Wereldoorlog opnieuw in beeld brachten – tot een samenwerking met Sonos, waarbij leerlingen muziekboxen ontwierpen.
Het curriculum verrijken
De school stelt wel een voorwaarde voor projecten buiten de schoolmuren: docenten moeten het binnen hun eigen sectie een plek kunnen geven. Wiegand: “Leren in de praktijk is geen doel op zich, het project moet het curriculum verrijken, zodat de tijd die je erin steekt ook wat oplevert.” Elk project valt of staat daarom niet alleen met een enthousiaste opdrachtgever, maar vooral ook met een bevlogen docent.
Sjoerd Nanninga is aardrijkskundedocent op het A. Roland Holst College en heeft als uitgangspunt om minimaal één keer per jaar met elke klas de school uit te gaan. Hij nam deel aan verschillende projecten van Wiegand en Schnitfink, waaronder het mobiliteitsproject van de gemeente. “Vooral in de onderbouw probeer ik de praktijkprojecten te koppelen aan de kerndoelen en er in latere lessen op terug te komen. Vlak na het mobiliteitsproject hadden we het over de inrichting van steden. Het hielp dat leerlingen sommige abstracte begrippen al in het praktijkproject waren tegengekomen.”
Tips voor het organiseren van praktijkprojecten
Wil je ook aan de slag met projecten uit de praktijk? Deze tips van de docenten helpen je bij de organisatie.
1. Zorg dat je de school meekrijgt. Samenwerkingen opstarten kost tijd, net als een project opstarten en uitvoeren. Het is belangrijk dat je die tijd als docent ook krijgt. Organiseer dit soort projecten daarom niet alleen, maar zorg dat het MT achter je staat en dat je er uren voor krijgt.
2. Begin klein. Start met een project, zet dat goed op en zorg dat je de contacten met de externe partij warm houdt. Zo kun je je project later herhalen of uitbreiden.
3. Kijk wat er al is. Er zijn bedrijven en initiatieven die programma’s buiten de schoolmuren aanbieden. Nanninga wijst voor zijn vak op de Geoweek. “Deze projecten kosten weinig voorbereiding, want het programma ligt vaak al klaar.”
4. Werk samen met collega’s en verdeel de taken. Het A. Roland Holst College organiseert jaarlijks vakoverstijgende projectdagen. Als je creatief bent, zijn er met elk vak raakvlakken te vinden. Zo organiseerde Nanninga een project over voedselverspilling met een collegadocent Frans. “Leerlingen brachten niet alleen voedselverspilling in kaart, maar stelden ook een Frans menu samen van verspild voedsel.”
5. Zoek samenwerkingen met organisaties in de buurt. Zo creëer je meer betrokkenheid bij zowel leerlingen als externe partijen. Ook scheelt het in de kosten en logistieke uitdaging van bijvoorbeeld het regelen van vervoer.
Meer weten?
- Zo daag je leerlingen uit met vakoverstijgende opdrachten met een maatschappelijk thema.
- Het onderzoek Duurzame verbinding tussen ondernemers en onderwijs biedt scholen handvatten om een succesvolle samenwerking met het bedrijfsleven aan te gaan.
- Stichting Omgevingseducatie organiseert verschillende buitenschoolse projecten en lesprogramma’s in het Gooi en de Vecht- en Eemstreek.