Spannend en goed voorlezen doe je zo
Als een leraar goed kan voorlezen en vertellen, houdt dat de aandacht van leerlingen vast. Daarbij is het ook nog eens goed voor hun taalontwikkeling. Dat geldt voor zowel jonge als oudere leerlingen. Lees de tips om een verhaal goed en spannend voor te lezen.
Met een mooi en goed verteld verhaal kan een leraar veel bereiken. Door het luisteren naar verhalen ontwikkelen leerlingen luistervaardigheid en vergroten zij hun woordenschat en concentratievermogen. Als leerlingen zich betrokken voelen bij het verhaal, stimuleert dat hun verbeeldingskracht en vergroot het hun gevoel voor taal en spreekvaardigheid.
Tips om goed voor te lezen
Voorlezen boekt het meeste resultaat als de leraar rekening houdt met de volgende punten:
- Kies een boek dat past bij de ontwikkeling en belangstelling van de leerlingen.
- Lees het boek zelf van tevoren een keer door.
- Zorg dat er tijdens het voorlezen rust is in de klas en weinig afleiding.
- Vertel vooraf kort iets over de inhoud van het verhaal.
- Lees de tekst rustig en duidelijk voor en zorg dat je gezicht duidelijk zichtbaar blijft.
- Maak gebruik van de mogelijkheden van je stem, maar overdrijf dit niet.
- Maak tijdens het voorlezen af en toe gebaren om woorden te verduidelijken.
- Breng tijdens het voorlezen af en toe een pauze aan.
- Stop met voorlezen als de aandacht verslapt en ga op een ander moment verder.
Interactief voorlezen: betrek de leerling
Natuurlijk helpt een spannende stem om een verhaal mooi voor te lezen, maar er zijn meer manieren om de aandacht vast te houden. Met interactief voorlezen bijvoorbeeld, dat houdt in dat je leerlingen actief betrekt bij het verhaal en in gesprek gaat over het boek. Je creëert zoveel mogelijk interactie en prikkelt het denken van kinderen.
Nog boeiender vertellen
Hoewel voorlezen en vertellen op het eerste gezicht hetzelfde lijken, zijn er toch verschillen. Bij het vertellen van een verhaal geef je meer je eigen invulling en details aan een verhaal. Daardoor heb je meer mogelijkheden om het verhaal aan te laten sluiten bij de belevingswereld van de leerlingen. Een verteller kan rondlopen en zijn mimiek gebruiken waardoor een verhaal interactiever en expressiever wordt. Zo kan de verteller van een verhaal een beleving maken.
Tips bij het vertellen :
- Zorg voor een gedegen voorbereiding.
- Probeer het verhaal te laten zien en leef je in.
- Maak een keuze in de vertelvorm. Vertel je verhaal in de eerste, tweede of derde persoonsvorm en wees daarin consequent.
- Gebruik eenvoudige woorden en spreek in korte zinnen.
- Je stem is het gereedschap bij het vertellen. Varieer in toon: soms luid, dan weer zacht of fluisterend.
- Gebruik bewegingen en gebaren om het verhaal te ondersteunen, maar niet zo veel dat het afleidt.
- Las pauzes in om het verhaal spannender te maken.
- Vertel niet te lang. Houd voor kleuters 5 minuten aan, voor leerlingen tot 8 jaar 10 minuten en voor oudere leerlingen maximaal 15 minuten.
- Door vragen te stellen tijdens het verhaal verhoog je de betrokkenheid van de leerlingen , maar de vragen mogen het verhaal niet te veel onderbreken.
- Het vertellen van verhalen is een krachtig didactisch middel, maar het is niet voor elke lesstof geschikt. Denk van te voren goed na over welk doel je met je les wilt bereiken.
Meer weten?
- De Leesmonitor van Stichting Lezen geeft een overzicht van onderzoek naar de effecten van voorlezen.
- Lees meer over hoe kleuters beter leren rekenen met prentenboeken
- Bekijk de 15 gratis artikelen over verhalen vertellen die door Rudolf Roos zijn geschreven.