Interactief voorlezen met digitale prentenboeken vergroot woordenschat
onderzoek
po

Interactief voorlezen met digitale prentenboeken vergroot woordenschat

Veel voorlezen draagt bij aan de taalvaardigheid van leerlingen. Als je ze interactief voorleest, betrek je ze actief bij het verhaal: ze kijken, luisteren, praten, spelen en ontdekken. Dit helpt ze om hun woordenschat en verhaalbegrip te vergroten. Ontdek hoe je interactief voorleest met digitale prentenboeken en daarmee de kans op taalvertragingen verkleint.

© Rijksoverheid/Paul Voorham

Wanneer je leerlingen interactief voorleest, daag je ze uit in gesprek te gaan over het prentenboek. Tijdens zo’n gesprek gaan onbekende woorden leven en begrijpen ze de verhaallijn beter. Herhaald voorlezen helpt kinderen nieuwe woorden te onthouden. Bovendien begrijpen ze de structuur van het verhaal daardoor beter dan wanneer ze het verhaal maar één keer horen.

Voorlezen via het Digibord

Het programma Divo (Digitaal ondersteund Voorlezen) maakt gebruik van alle aspecten van interactie die belangrijk zijn bij voorlezen. Via Divo krijgen leerlingen uit groep 1 tot en met 3 gedigitaliseerde prentenboeken voorgelezen via het digibord. De leraar stelt de leerlingen vervolgens vragen, die de verhaallijn en de gebruikte woorden moeten verduidelijken. Daarnaast oefenen leerlingen hun woordenschat op de computer. Onderzoek wijst uit dat het verhaalbegrip en de woordenschat met behulp van het programma wordt vergroot.

Woordenschat en verhaalbegrip

Leerlingen die aan Divo deelnamen werden 2,5 jaar gevolgd. Ze leerden meer woorden, hadden een beter begrip van de verhalen en konden beter relaties leggen tussen verhaalelementen. Ze haalden hogere scores op de methodegebonden toetsen, zoals productieve woordenschat en verhaalbegrip, dan leerlingen die de reguliere lessen volgden. Ook vier maanden na de Divo-interventie scoorden de leerlingen uit de experimentele groep nog steeds hoger dan de controlegroep. Het programma heeft daarnaast een positief effect op de receptieve woordenschat van kleuters: het aantal woorden dat de kleuters kennen. De onderzoekers konden niet aantonen of Divo effect heeft op algemene taalvaardigheid, begrijpend luisteren en begrijpend lezen.

Voorwaarden aan digitale prentenboeken

Divo werkt met geanimeerde prentenboeken die interactief zijn gemaakt. De leraar introduceert het filmpje op het digibord en na afloop gaan de leerlingen aan de slag met de vragen. Divo maakt gebruik van onder andere het digitale prentenboekenprogramma Bereslim. Niet alle digitale prentenboeken zijn automatisch een goed hulpmiddel bij het bevorderen van de woordenschatontwikkeling en het verhaalbegrip. Het is belangrijk dat ze aan een aantal voorwaarden voldoen:

  • Ze zijn interactie. Leerlingen leren meer met vragen en uitleg tussendoor.
  • Leerlingen moeten zelf betekenis kunnen geven (making meaning). Dat werkt beter dan wanneer ze uitleg krijgen (taking meaning).
  • Ze zijn functioneel. Er moet een goede balans zijn tussen plaatjes en tekst. Dat maakt het aantrekkelijker en verhoogt de betrokkenheid.

Verder is een goede feedback van de leraar van belang. Stimuleer leerlingen na te denken en het nog eens te proberen en leg uit waarom een antwoord goed of fout is.

Woordenschat trainen met online oefeningen

Divo leest niet alleen voor. Er is ook een speciaal woordenschatprogramma voor ontwikkeld. Daarmee kunnen leerlingen zelfstandig woorden en begrippen uit een behandeld prentenboek oefenen op de computer, als aanvulling op de Divo-les. Het is een online programma met filmpjes van de prentenboeken en bijbehorende oefeningen zijn ingevoerd. In groep 3 praten de leerlingen samen over het verhaal. Dit helpt om een omgeving te creëren die het gebruik van leesstrategieën bevordert.

Meer weten?

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.