Hoe zet je samenwerkend leren effectief in?
onderzoek
po vo

Hoe zet je samenwerkend leren effectief in?

Leerlingen goed voorbereiden op samenwerken, zorgen dat ze positief van elkaar afhankelijk zijn en ze gericht ondersteunen met leermiddelen. Dit zijn de succesfactoren voor samenwerkend leren, blijkt uit een literatuuronderzoek van onderwijskundigen van de Universiteit Utrecht.

Samenwerkend leren verwijst naar een onderwijssituatie waarbij leerlingen samen verantwoordelijk zijn voor een eindproduct of een ander gemeenschappelijk doel. Om dit doel te bereiken voeren ze taken uit in interactie met elkaar. Samenwerkend leren is bewezen effectief voor leerresultaten, maar vergt wel een goede begeleiding van de leraar.

De begeleiding door de leraar is op te delen in drie fasen:

  1. De voorbereiding
  2. De daadwerkelijke lessituatie
  3. De reflectie achteraf

Leerlingen voorbereiden op samenwerkend leren

Bij de voorbereiding gaat het om het selecteren van de opdracht waaraan de leerlingen zullen samenwerken en om een geschikte groepssamenstelling. Samenwerking is effectiever als de leerlingen bij de opdracht van elkaar afhankelijk zijn en dus ervaren dat zij elkaar nodig hebben om de opdracht te vervullen. Dit kun je bijvoorbeeld bereiken door iedere leerling een bepaalde rol toe te wijzen. Of door iedere leerling een uniek stukje informatie te geven dat nodig is om aan de opdracht te werken.

Qua groepssamenstelling blijkt dat kleine groepjes (2-4 leerlingen) waarin jongens en meisjes door elkaar zitten een groter interactieniveau bereiken dan groepjes met alleen jongens of meisjes. In een review (Van Leeuwen en Janssen, 2017) bleek dit husselen van jongens en meisjes een groter effect te hebben dan het mixen van leerlingen van verschillende niveaus. Naast het selecteren van de opdracht en de groepssamenstelling, is het ook goed om met de leerlingen afspraken te maken over hoe je met elkaar samenwerkt. Bijvoorbeeld door regels voor de interactie op te stellen.

Samenwerkend leren ondersteunen tijdens de les 

Bij de daadwerkelijke lessituatie is het belangrijk om als leraar de samenwerking te ondersteunen. De eerste stap daarbij is monitoren of leerlingen op de gewenste manier met elkaar samenwerken. Interactieprocessen die gericht zijn op het bespreken van de taak en de inhoud (uitleggen, concepten bespreken, ideeën opperen) leiden tot goede leerresultaten. Ook het geven van uitgebreide uitleg in plaats van pasklare antwoorden hangt positief samen met leerresultaten. Zie je hier dus te weinig van terug in de groepjes, probeer dit als leraar dan te stimuleren, bijvoorbeeld door dit voor te doen. Geef de groepjes aan de andere kant ook de ruimte om zelf keuzes te maken en de interactie met elkaar aan te gaan.

Reflectie achteraf, ook met de leerlingen 

Na afloop van de samenwerking kan het, net als bij andere instructiemethoden, nuttig zijn om als leraar op de les te reflecteren. Hierbij gaat het er enerzijds om op de instructiemethode te reflecteren. Zijn de leerdoelen die je voor ogen had, bereikt? Was de samenwerkingsopdracht geslaagd, of moet deze worden aangepast voor een volgende keer? Eventueel kun je hier samen met de leerlingen over spreken. Anderzijds kan ook de eigen praktijk kritisch worden bekeken: was je in staat om de samenwerking goed te ondersteunen, of zijn er aspecten om volgende keer meer op te letten? 

Digitale samenwerking 

Steeds meer uitgeverijen bieden digitale software aan die aansluit bij de leermaterialen, waaronder opdrachten die geschikt zijn voor samenwerking. Het kan, naast bovenstaande aspecten, een overweging zijn om de samenwerking tussen leerlingen digitaal te laten verlopen. Een voordeel voor de leraar is dan dat de activiteiten van de leerlingen vaak automatisch gevolgd en samengevat worden op een speciale leraarpagina. Dat kan het monitoren van de voortgang en leerdoelen vergemakkelijken.

Meer weten?

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.