Contact tussen leraar en leerling belangrijk voor pedagogisch klimaat
praktijk
po vo mbo so

Contact tussen leraar en leerling belangrijk voor pedagogisch klimaat

Een goed pedagogisch klimaat staat of valt met het contact tussen de leraar en zijn leerlingen. Als het contact goed is, voelen de leerlingen zich veilig, kunnen ze actief meedoen, zijn de leerprestaties hoger en kunnen leerlingen zich optimaal ontwikkelen. Deze praktische tips helpen je bij het verbeteren van de relatie met je leerlingen.

Een positieve relatie tussen leerlingen en leraar heeft een positief effect op het welbevinden van de leerlingen. Als het contact goed is, voelen leerlingen zich veilig, doen ze actief mee, zijn de leerprestaties hoger en kunnen leerlingen zich optimaal ontwikkelen. Voor jonge leerlingen op de basisschool is het in de eerste plaats van belang negatieve of conflictueuze relaties te vermijden. Daar hebben zij namelijk echt last van.
Naast het positieve effect voor leerlingen, profiteren leraren ook van een goede band met leerlingen. Ze ontlenen er voldoening en zingeving aan.

Basisbehoeften van leerlingen

Hoogleraar orthopedagogiek Luc Stevens formuleerde drie basisvoorwaarden voor het welbevinden van leerlingen:

  • relatie: leerlingen krijgen waardering om wie ze zijn
  • autonomie:  leerlingen krijgen de zelfstandigheid om taken zelf te verrichten
  • competentie: leerlingen hebben vertrouwen en plezier in hun eigen kunnen

Praktische invulling

In het contact dat de leraar met de leerlingen onderhoudt, is het belangrijk dat hij zich sterk maakt voor deze drie basisbehoeften. Dat kan hij op de volgende manier doen:

  • Voor de relatie tussen een leerling en een leraar is het belangrijk dat een leraar aan een leerling laat weten dat hij wil luisteren en dat hij de tijd neemt voor interactie. Dat betekent ook dat hij belangstelling toont voor de achtergrond van de leerling, dat hij afspraken nakomt en dat hij zorgvuldig omgaat met vertrouwelijke informatie.
  • Een leraar die aandacht heeft voor autonomie van de leerling geeft de leerling echt de keuze om zelf te bepalen welke taken hij maakt en hoe hij dat doet. Hij vertrouwt een aantal organisatorische zaken ook toe aan de leerlingen. Hij waardeert eigen initiatief en doet iets met deze initiatieven en eigen ideeën van leerlingen. Ook daagt hij leerlingen uit om eigen oplossingen te bedenken.
  • Als het gaat om aandacht voor competentie dan geeft de leraar actief beurten aan alle leerlingen. Verder geeft hij hen ruimte voor een eigen werk- en leerstijl en stelt hij vragen waardoor leerlingen gaan reflecteren op hun eigen handelen.

Goede start bij begin schooljaar

Een goede relatie met je leerlingen start zodra ze na de zomer de klas in komen. Wetenschapper Tim Mainhard onderzocht het contact tussen leraar en leerling op diverse scholen. Hij deed dit vanaf het begin van het schooljaar. Wat bleek? Vooral in klassen waar de leraar bij de start relatief op afstand staat en weinig invloed heeft op wat er in de klas gebeurt, neemt de kwaliteit van de relatie langzaam verder af. Het is dus belangrijk om als leraar direct een goede start te maken.

Geen lievelingetjes

Om elke leerling de waardering te geven die hij nodig heeft, is voortrekken van leerlingen ten strengste verboden. In de praktijk hebben veel leraren toch een ‘lievelingetje’. Een leerling voortrekken, dat kan niet, schrijft Suzanne Niemeijer, van De Marnix Academie in het artikel Het lievelingetje van de klas. Leraren mogen lievelingetjes hebben, maar voortrekken van een leerling mag niet.

Meer weten?

Blijf op de hoogte

Vandaag in je mailbox. Morgen toe te passen in de klas. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische tips, actuele informatie en ideeën voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk.