Rekenen: meten met je voeten
Hoe kun je situaties creëren waardoor leerlingen uit zichzelf over meten gaan nadenken? Sandra Kersten, leraar van groep 1 en 2, gebruikt situaties van leerlingen om te oefenen met meten. Ze speelt handig in op ervaringen van leerlingen en laat ze zoveel mogelijk zelf ontdekken.
Bij het rekenonderwijs zijn er bepaalde begrippen die voor leerlingen lastig zijn. Het gaat dan vooral om abstracte begrippen, zoals negatieve getallen, inhoud, ruimtelijk inzicht en snelheid. Als je deze leerstof alleen vanuit het boek aanbiedt, dan kunnen leerlingen zich er moeilijk iets bij voorstellen. Met praktische opdrachten kun je getalbegrip bevorderen.
Meten met je voeten
Kleuters zijn de hele dag bezig met ontdekken. Daarom biedt Sandra Kersten tellen bijvoorbeeld spelenderwijs aan en gebruikt ze situaties van leerlingen om te oefenen met meten. Ze speelt in op ervaringen van leerlingen en laat ze zoveel mogelijk zelf met oplossingen voor meetproblemen komen. Zo laat ze leerlingen in de video jeu de boules spelen. De leerlingen komen erachter dat je niet altijd goed kunt zien wiens knikker het dichtst bij de centrale bal ligt. Daarom gaan ze het proberen op te meten met hun voeten. Al snel komen ze erachter dat ze een standaard maat nodig hebben.
Zien en ervaren
Doordat de leerlingen niet alleen een verhaaltje horen, maar zien en ervaren wat het meetprobleem is en hoe dit opgelost kan worden, onthouden ze het beter. Door in te spelen op situaties die de leerlingen zelf meebrengen de klas in sluit je aan op hun belevingswereld.
Meer weten?
- Als je kleuters goed voorbereidt op rekenen, voorkom je later een vertraging.
- Je kunt ook prentenboeken inzetten om kleuters (beter) te leren rekenen.
- Wil je inschatten hoe ver een leerling is in de ontwikkeling van getalbegrip? dat kun je doen door spelletjes te spelen en goed te observeren.