Kleuters leren beter rekenen met prentenboeken
Prentenboeken dragen niet alleen bij aan taalvaardigheid, ze hebben ook een positieve invloed op de reken-wiskundige ontwikkeling van kleuters. Wetenschappelijk onderzoek in een aantal kleuterklassen toont dit aan.
Dat het lezen van prentenboeken goed is voor de taalontwikkeling van kinderen zal geen verrassing zijn, maar onderzoek van Marja van den Heuvel-Panhuizen van de Universiteit Utrecht toont aan dat prentenboeken ook de reken-wiskundige ontwikkeling van kleuters stimuleren.
Dat komt omdat het voorlezen van prentenboeken kinderen kan laten nadenken over reken-wiskundige zaken die in het reken-wiskundeonderwijs pas later en in een formele setting aan bod komen. Kleuters die bijvoorbeeld nooit les hebben gehad in het interpreteren van een tekening van een doorsnede, blijken dit tijdens het voorlezen toch gewoon te begrijpen. Een prentenboek plaatst het in een betekenisvolle context.
Leerkrachten hoeven volgens de onderzoekers ook niet steeds aan leerlingen te vragen of ze alles wel hebben begrepen. Hun motto is ‘laat het boek het werk doen’.
Grote vooruitgang door voorlezen
Voor het onderzoek werden kleuters drie maanden lang, twee keer per week, voorgelezen met een voorleesprogramma dat gebruikmaakte van 24 verschillende prentenboeken. Het ging daarbij om doorsnee prentenboeken die in iedere boekwinkel en bibliotheek te vinden zijn. Dus niet boeken waarin tellen of rekenen expliciet aan bod kwamen. Het voorleesprogramma werd in negen klassen uitgevoerd.
In negen andere klassen – de controleklassen – werd het gewone programma gevolgd voor rekenen en wiskunde. De kleuters die het voorleesprogramma kregen aangeboden, boekten 22 procent méér vooruitgang in hun reken-wiskundige ontwikkeling dan de kleuters uit de controleklassen. Het effect was bij meisjes zelfs driemaal groter dan bij jongens.
Nieuwsgierig zijn én nieuwsgierig maken
Om de reken-wiskundige ontwikkeling van kleuters te stimuleren moeten leraren bij het voorlezen wel een onderzoekende houding aannemen, benadrukken Belinda Terlouw en Boukje Bruins in de publicatie Prentenboeken rijke bron taalstimulering en reken-wiskundige ontwikkeling. Leerlingen nemen dit over en raken zo actief bij het verhaal betrokken.
Nieuwsgierig zijn en nieuwsgierig maken zijn hierbij sleutelwoorden. Daarbij draait het volgens Terlouw wél om het kiezen van het juiste prentenboek.
3 criteria voor het selecteren van een prentenboek:
1. De illustraties vertellen een eigen verhaal
Het prentenboek ziet er aantrekkelijk uit. De illustraties moeten iets toevoegen aan het verhaal en vertellen als het ware zelf ook een verhaal.
2. Een ge(s)laagd verhaal
Het boek heeft literaire en talige aspecten die bijdragen aan de gelaagdheid van het verhaal. Is er sprake van rijke taal die de woordenschat vergroot en het verhaalbegrip stimuleert?
3. Let op reken-wiskundige kansen
Het verhaal maakt nieuwsgierig en nodigt uit tot een onderzoekende houding en probleemoplossend denken.
Rijke rekenvragen
Om de taalontwikkeling te stimuleren en een onderzoekende houding op te wekken kun je rijke rekenvragen aan de klas stellen na het voorlezen. De juiste vraag formuleren is volgens Terlouw belangrijk, maar het is daarna ook de kunst om ruimte te bieden aan de leerlingen om te denken en te onderzoeken. Probeer te ontdekken wat kinderen denken en kijk hoe je kunt verrijken en verdiepen.
Meer weten?
- Deze prentenboeken voor kleuters tipt Belinda Terlouw in Veerkracht, het magazine van Hogeschool KPZ: ‘Tim op de tegels’ (Tjibbe Veldkamp), ‘Eén muisje kan geen optocht zijn’ (Lida Dijkstra), ‘Keepvogel – De kijktoren’ (Wouter van Reek) en ‘22 wezen’ (Tjibbe Veldkamp)
- In de boeken Met rekenogen gelezen en Met rekenogen bekeken van Rob en Hanneke van Bree staan 45 rekenactiviteiten bij prentenboeken. De activiteiten gaan over de domeinen tellen en getalbegrip, meten en meetkunde.
- Meer praktische tips lees je in het artikel Rekenen met prentenboeken uit Jeugd in School en Wereld (JSW).